50
VERSNELLING
EXCENTERLAGER
Als u de inbussleutel in de richting van het voor-
wiel of in de omgekeerde richting beweegt, wordt
door de draaiing van de excenter de crankset naar
voren verschoven en daarbij de riem gespannen of
ontlast. Daarvoor is in de regel slechts een geringe
krachtsinspanning vereist.
Nadat u de riem hebt gespannen, houdt u de ex-
center met de inbussleutel in deze stand. Bevestig
de excenter door de bouten aan de onderkant van
het trapashuis volgens de opgaven met de Canyon
momentsleutel weer tot het noodzakelijke aan-
draaimoment te draaien.
Controle
Nadat u de spanning van de riem juist hebt inge-
steld, controleert u nog of de excenter juist in het
trapashuis zit, dus aan geen enkele kant uitsteekt.
Als de excenter uitsteekt, draait u hem nog een
keer los en verschuift u de excenter in axiale rich-
ting zo, dat hij zowel links als rechts vlak met
het trapashuis afsluit. Draai afsluitend de bout
met het aangegeven aandraaimoment aan. Over-
schrijdt het aangegeven aandraaimoment niet!
Controleer dan opnieuw de spanning van de riem.
Bevestig de excenter
Controleer of de excenter goed in het trapashuis zit
Een te strak gespannen riem kan zowel
aan de versnellingsnaaf als aan het bin-
nenlager tot verhoogde slijtage en tot schade
leiden.
Als u problemen hebt bij het bijstellen van
de spanning, neem dan contact op met de
Canyon
servicehotline
+32 1698 03 99 (BE)/
+31 40 808 0485 (NL).
Als de excenter moeilijk kan worden be-
wogen, neem dan contact op met de
Canyon servicehotline +32 1698 03 99 (BE)/
+31 40 808 0485 (NL).
LICHTINSTALLATIE
Wilt u met uw fiets op de openbare weg rijden,
dan moet de fiets verplicht voorzien zijn van een
goed werkende verlichting (zie hoofdstuk "Wette-
lijke vereisten"). U moet weten hoe de verlichting
is aangelegd, zodat u eventuele storingen zelf kunt
verhelpen.
Achterlicht en voorlicht worden via een dynamo
van stroom voorzien. Daartoe zijn zij met twee ka-
bels met de dynamo verbonden.
VOORLICHT
Als verlichting worden een of meerdere LED's
("licht emitterende diode") gebruikt waarmee wit
licht via een reflector en/of lichtverstrooiende
plaat gericht op de weg schijnt. Sommige mo-
dellen zijn met een sensor uitgerust die in het
donker het voorlicht automatisch inschakelt als
de dynamo is geactiveerd. Zeer hoogwaardige
voorlichten onderscheiden zich bovendien door
een standlichtfunctie of geven zelfs licht overdag
(beide met LED).
ACHTERLICHT
LED's branden door een (rode) lichtverstrooiende
plaat naar achteren en zijn mogelijk aan de zijkant
zichtbaar. Intussen bieden de meeste achterlich-
ten een standlichtfunctie waarbij de stroomvoor-
ziening door een condensator of een batterij wordt
overgenomen zodra de fiets – bijvoorbeeld voor
een stoplicht – stilstaat.
Als u nog andere vragen hebt over de
lichtinstallatie, neem dan contact op
met onze servicehotline +32 1698 03 99 (BE)/
+31 40 808 0485 (NL).
LICHTINSTALLATIE
NAAFDYNAMO
Naafdynamo's bevinden zich in de naaf van het
voorwiel. Zij zijn praktisch slijtvast en hebben
een hoge werking. Er zijn modellen die elektrisch
en niet mechanisch geschakeld kunnen worden.
Daarvoor is een schakelaar op het stuur of direct
op het voorlicht aangebracht. Andere modellen
bieden het comfort dat zij d.m.v. een sensor zelf-
standig in- en uitschakelen.
BATTERIJVERLICHTING
Controleer in het land waarin u uw Urban bike
gebruikt of een volgens de voorschriften door
batterijen aangedreven of met een heroplaad-
baar reservebatterij uitgerust voorlicht en ach-
terlicht mag worden gebruikt in plaats van een
dynamo-verlichting. Zie ook hoofdstuk "Wettelijke
vereisten".
Voorlicht
Achterlicht
Een onvolledig of niet-functionerende
verlichting is niet alleen in strijd met de
wet, maar vormt ook een gevaar voor uw leven.
Fietsers zonder licht op de weg zijn in het don-
ker moeilijk te herkennen en riskeren zware
ongevallen!
51