34
MATERIAAL CARBON
ONDERHOUDSTIPS
Reinig onderdelen uit koolstofvezelversterkte
kunststof met een zachte doek en schoon water,
eventueel aangevuld met een weinig spoelmid-
del. Verwijder hardnekkig vastzittende olie of vet
met een schoonmaakmiddel op petroleumbasis.
Gebruik nooit ontvetters die aceton, trichlooret-
hyleen, methylchloride, etc. bevatten en ook geen
oplosmiddelen op basis van niet-neutrale of che-
mische reinigingsmiddelen die het oppervlak aan-
tasten!
Gebruik autowas om het oppervlak te beschermen
en te laten glanzen. Poetsmiddelen of lakreinigers
bevatten vaste bestanddelen die het oppervlak
kunnen aantasten.
Combineer het carbon stuur in geen ge-
val met bar-ends tenzij deze speciaal
daarvoor bestemd zijn. Maak het carbon stuur
niet korter en bevestig de remgreep en shifter
niet verder naar binnen aan het stuur als aan-
gegeven of noodzakelijk is. Dit kan breuk ople-
veren!
Klem een CFRP-frame of -zadelpen niet
in de montagestandaard! Daardoor kun-
nen deze worden beschadigd. Monteer voor het
klemmen een stevige (aluminium) zadelpen of
gebruik een standaard, die het frame van bin-
nen aan drie punten opspant of vork en tra-
pashuis opneemt.
Afhankelijk van het betreffende gebruik
kunnen lichte componenten van CFK
onderhevig zijn aan snellere slijtage. Wij advi-
seren daarom dringend de inspectie-interval-
len op te volgen en zodoende lichte onderdelen
regelmatig door onze servicewerkplaats en/of
andere vakwerkplaatsen te laten controleren
resp. vervangen.
Speciale stickers beschermen carbon tegen beschadiging
Bescherm de kwetsbare plekken van uw
carbon frame, bijv. de onderkant van de
onderbuis, met speciale stickers tegen bescha-
digingen door schurende kabels of steenslag.
Vet onderdelen van carbon nooit in. Het
smeermiddel zet zich vast aan het op-
pervlak en verhindert door lagere wrijvingsco-
efficiënten het veilige vastklemmen binnen de
toegelaten aandraaimomenten. Carbon onder-
delen die ooit werden gesmeerd, kunnen in
sommige gevallen nooit meer op veilige wijze
worden vastgezet!
Controleer regelmatig, bijvoorbeeld bij
het schoonmaken van de fiets, of het
CFK-onderdeel uiterlijke beschadigingen ver-
toont zoals krassen, scheurtjes, deukjes, ver-
kleuringen enz. Als de doek ergens aan blijft
haken, moet u die plek onderzoeken. Gebruik
de Canyon in dat geval niet meer. Bel in geval
van
twijfel
direct
onze
servicehotline
+32 1698 03 99 (BE)/ +31 40 808 0485 (NL)
NA EEN VAL
1. Controleer of de wielen nog goed vastzitten in
de uitvalpads. Controleer verder of de velgen
nog precies in het midden van het frame res-
pectievelijk van de vork draaien. Laat de wie-
len draaien. Zo kunt u controleren of het wiel
goed rond loopt. Als het wiel een zichtbare slag
maakt, moet het worden gecentreerd. Meer in-
formatie over de reminstallatie en de wielen
vindt u in hoofdstuk "De reminstallatie" en on-
der "Service" op www.canyon.com
2. Controleer of stuur en stuurpen niet verbogen
of beschadigd zijn en of ze nog recht staan.
Controleer of de stuurpen vast in de vork zit
door te proberen het stuur ten opzichte van
het voorwiel te verdraaien. Belast het stuur
ook even aan de remgrepen om te voelen of
het nog goed vastzit in de stuurpen. Meer in-
formatie vindt u in hoofdstuk "De Urban bike
aan de biker aanpassen" en onder "Service" op
www.canyon.com
3. Kijk na of de ketting nog op het kettingblad en
op de tandwielen ligt. Is uw fiets op de kant
van de derailleur gevallen, controleer dan de
versnellingsfuncties. Vraag iemand om uw fiets
even op te lichten bij het zadel en schakel erg
voorzichtig met de achterderailleur in alle ver-
snellingen. Let erop, vooral naar een kleiner
verzet toe, wanneer namelijk de ketting op de
grotere tandwielen springt, hoe dicht de ach-
terderailleur in de buurt van de spaken komt.
Als een achterderailleur of pad verbogen is, kan
deze tussen de spaken terechtkomen – u kunt
ten val komen!
Achterderailleur, achterwiel en frame kunnen
beschadigen.
NA EEN VAL
De wielen moeten veilig zijn vastgeklemd
Probeer het stuur ten opzichte van het voorwiel te verdraaien
Bekijk de achterkant van de tandkranscassette en controleer
of de geleidewieltjes van de achterderailleur precies onder de
tandpunten van het juiste rondsel liggen
Zie ook de aanwijzingen in hoofdstuk
"De bijzondere eigenschappen van het
materiaal carbon".
35