46
REMINSTALLATIE
DE REMINSTALLATIE
In de regel heeft u de remmen van uw Canyon
nodig om de rijsnelheid aan te passen aan de ver-
keersomstandigheden. Soms moeten de remmen
echter snel kunnen pakken om de Canyon snel
tot stilstand te brengen. Bij remmen tot volledige
stilstand, speelt de fysica echter mee. Bij remmen
verplaatst het gewicht zich van achteren naar vo-
ren waardoor het achterwiel minder wordt belast.
De mate van vertraging wordt op een droge en
goed pakkende bodem in de eerste plaats beperkt
door een mogelijk over de kop slaan van de fiets
en pas in de tweede plaats door de grip van de
banden. Vooral bij bergaf rijden is dit risico groter.
Moet u plotseling remmen om volledig tot stil-
stand te komen, probeer dan uw gewicht zo ver
mogelijk naar achteren te verplaatsen.
Gebruik beide remmen tegelijkertijd en denk eraan
dat de voorrem op een stroeve bodem door de
verplaatsing van uw gewicht aanzienlijk grotere
krachten kan overbrengen.
De indeling van de remhendels in relatie tot de
remblokjes (bijv. linker remhendel bedient rem van
het voorwiel) kan variëren. Laat de remmen naar
eigen wens voor de eerste rit omzetten.
Bij schijfremmen kan het door langdurig remmen
of door de remgreep permanent aan te trekken
tot oververhitting van het remsysteem komen. Als
gevolg hiervan kan het remsysteem minder goed
werken en zelfs volledig uitvallen, wat tot een ern-
stig ongeluk kan leiden.
Neem uw rijgedrag eens onder de loep. Maak er
een gewoonte van kort maar krachtig te remmen
en de rem tussentijds weer los te laten. Stop in
twijfelgevallen even en laat de remschijf of de velg
afkoelen terwijl de remhendel los is.
Meer informatie vindt u onder "Service" op
www.canyon.com of u kunt contact opnemen
met onze servicehotline +32 1698 03 99 (BE)/
+31 40 808 0485 (NL).
Schijfrem
De indeling van de remhendels in relatie
tot de remblokjes (bijv. linker remhendel
bedient rem van het voorwiel) kan variëren.
Kijk na in de fietspas en controleer of u de
voorwielrem kunt bedienen met dezelfde rem-
greep (rechts of links) als u tot nu toe gewend
was. Als dit niet het geval is, laat dan de rem-
grepen nog voor de eerste rit naar eigen wens
omzetten.
Wen u langzaam aan uw remmen. Oefen
noodstopmanoeuvres op een verkeers-
arme plek tot u uw fiets veilig kunt bedienen
en onder controle hebt. Dit kan ongevallen
voorkomen.
Nat wegdek vertraagt de remwerking en
veroorzaakt gemakkelijk slippen van de
banden. Houd bij regen rekening met een lan-
gere remweg, verlaag uw rijsnelheid en rem
voorzichtig.
De remvlakken en remblokjes moeten
absoluut vrij zijn van was, vet en olie.
Gevaar voor ongevallen!
Gebruik voor vervanging uitsluitend
goedgekeurde en geschikte originele
onderdelen.
DE VERSNELLING
Met de versnelling van uw fiets wordt het de over-
brenging aangepast aan het terrein en de gewens-
te snelheid.
Bij kettingversnellingen kunt u in een klein verzet
(de ketting loopt vooraan over het kleine ketting-
blad en achteraan over een groot rondsel) met
een matige krachtinspanning steile hellingen op
rijden. U moet dan echter sneller resp. met een
hogere frequentie trappen. Bergaf schakelt u naar
een groter verzet (vooraan een groot kettingblad,
achteraan een klein tandwiel). Met een enkele
crankomwenteling legt u dan veel meters af, de
snelheid is dienovereenkomstig hoog.
Tijdens het schakelen moet u blijven trappen.
De trapkracht moet echter duidelijk minder zijn.
Vooral bij het schakelen voor moet langzaam en
zonder kracht worden getrapt.
Moderne fietsen zijn met maximaal 33 versnel-
lingen uitgerust, waarbij er echter overlappen zijn
– in werkelijkheid zijn er 15 tot 18 versnellingen.
De ketting mag nooit extreem schuin lopen, omdat
deze dan snel verslijt en de werking afneemt. Het
is bijvoorbeeld slecht wanneer de ketting vooraan
op het kleinste kettingblad en tegelijkertijd ach-
teraan op de buitenste (kleine) twee of drie tand-
wielen loopt. Dat geldt ook wanneer de ketting
vooraan op het grootste kettingblad en achteraan
op de binnenste (grote) tandwielen loopt.
Bij naafversnellingen en tandwielversnellingen
staat de "1" voor de eerste, lichtste versnelling. De
versnellingen worden op volgorde, zo mogelijk bij
korte stilstand van de pedalen, maar ten minste
bij verminderde druk op de pedalen, doorgescha-
keld. Het hoogste getal is de hoogste versnelling.
Meer informatie vindt u onder "Service" op
www.canyon.com of neem contact op met
onze
servicehotline
+32 1698 03 99 (BE)/
+31 40 808 0485 (NL).
VERSNELLING
Kettingversnelling
Riemaandrijving draagt de kracht over op de versnellingsnaaf
Als de fiets is omgevallen of de derail-
leur een klap heeft gekregen, dan kan de
derailleur of de bevestiging daarvan, de zoge-
naamde derailleurpad, verbogen zijn of in de
spaken steken. Controleer de uitlijning van de
derailleurpad na een dergelijk incident of wan-
neer een andere achterwiel op de fiets wordt
gemonteerd, moet het zwenkbereik worden
gecontroleerd en moeten de eindaanslagbou-
ten evt. opnieuw worden afgesteld.
Let er altijd op dat het schakelen zo
mogelijk zonder bijgeluiden en schokvrij
moet gaan.
Het afstellen van de versnellingsnaaf of
de achterderailleur kan alleen door een
ervaren vakman worden uitgevoerd.
47