Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
Bij naleving van de veiligheidsinstructies en de instructies voor
montage, inwerkingstelling, bediening en onderhoud zijn geen
restrisico's bekend.
1.6 Waarschuwing voor foutief gebruik
Bij ondeskundig of niet-correct gebruik of manipulaties
kunnen bij gebruik van de component mogelijke gevaren voor
personen of schade aan machine- of installatieonderdelen
niet uitgesloten worden. In dit opzicht moet u ook de eisen
van de ISO 14119 in acht nemen.
1.7 Uitsluiting van aansprakelijkheid
Wij zijn niet aansprakelijk voor schade en bedrijfsstoringen die
voortvloeien uit montagefouten of het niet naleven van deze
bedieningshandleiding. Voor schade die ontstaat vanwege het gebruik
van reserveonderdelen of toebehoren, die niet door de fabrikant
toegelaten zijn, is iedere vorm van aansprakelijkheid van de fabrikant
uitgesloten.
Om veiligheidsredenen is het eigenhandig herstellen, ombouwen
of veranderen van het component uitdrukkelijk verboden. Iedere
eigenmachtig uitgevoerde reparatie, ombouw of verandering is uit
veiligheidsoogpunt niet toegestaan, en ontslaat in voorkomend geval
de fabrikant van elke aansprakelijkheid en/of daaruit voortvloeiende
schade.
2. Productbeschrijving
2.1 Bestelgegevens
Deze bedieningshandleiding geldt voor de volgende types:
CSP-11-34
-D-M-ST
➀
Nr.
Optie
Beschrijving
zonder reset ter plaatse
➀
F2
met reset ter plaatse
Bediensleutel CSP 34-S-1 actief zijvlak
2.2 Speciale versies
Voor speciale versies die niet in de typesleutel onder 2.1 vermeld
worden, gelden de vermeldingen hiervoor en hierna, voor zover zij
overeenstemmen met de serieversies.
2.3 Uitgebreide kwaliteitswaarborg volgens 2006/42/EG
Schmersal is een gecertificeerd bedrijf volgens Bijlage X van
de Machinerichtlijn. Dit betekent dat Schmersal gemachtigd is
om onder haar eigen verantwoordelijkheid ook de conformiteit
Dit betekent dat Schmersal gemachtigd is om onder haar eigen
verantwoordelijkheid ook de CE-markering van de producten vermeld
in Bijlage IV uit te voeren. Daarnaast sturen wij u op verzoek de
EG-goedkeuringscertificaten toe of u kunt deze van het Internet
downloaden op www.schmersal.com.
2.4 Bestemming en gebruik
De contactloos werkende elektronische veiligheidssensor CSP 34
is ontworpen voor gebruik in veiligheidscircuits, waar hij de positie
van bewegende beschermvoorzieningen bewaakt. Hierbij bewaakt
de veiligheidssensor de gesloten positie van draaibare, zijdelings
verplaatsbare en afneembare veiligheidsvoorzieningen met behulp
van de gecodeerde elektronische bediensleutel CSP 34-S-1. De
elektronische bediensleutel CSP 34-S-1 is verkrijgbaar met 20
verschillende coderingen. De mogelijkheid van de "paarsgewijze
codering" van de veiligheidssensor en de bediensleutel leidt bijgevolg
tot een hogere bescherming tegen manipulatie.
2
Codering van veiligheidssensor en bediensleutel
Om de veiligheidsfunctie (codering) van de CSP 34 voor het eerst
te activeren, moet eerst de toe te wijzen bediensleutel in het
detectiebereik van de ingeschakelde veiligheidssensor gebracht
worden. Het automatische leerproces van de code van de bediensleutel
wordt weergegeven door het oplichten van de rode LED op de
veiligheidssensor en het gelijktijdig knipperen van de gele LED.
Na 10 seconden duiden korte knipperimpulsen aan, dat de
bedrijfsspanning van de veiligheidssensor gedurende enkele
seconden uitgeschakeld moet worden om de code op te slaan.
(Als de bedrijfsspanning niet binnen de 5 minuten uitgeschakeld wordt,
annuleert de veiligheidssensor het leerproces en knippert de LED
5 maal om een foute bediensleutel te melden). Nadat de
bedrijfsspanning opnieuw ingeschakeld is, moet de bediensleutel
opnieuw gedetecteerd worden; op die manier wordt de toekenning van
de veiligheidssensor en de bediensleutel definitief opgeslagen. Nu kan
de veiligheidssensor door geen enkele andere code meer geactiveerd
worden.
De identificatie van de codering en het bestelnummer van de
bediensleutel bevinden zich zijdelings aan de kop van de bediensleutel.
In gemonteerde toestand is deze identificatie bedekt door een klem
die via een stift geborgd is. Op die manier wordt de identificatie voor
het bijbestellen van duplicaten bemoeilijkt; dit leidt tot een hogere
bescherming tegen manipulatie.
De veiligheidsschakelcomponenten zijn volgens
ISO 14119 als type 4 schakelaars geclassificeerd.
Reset ter plaatse (bestelindex F2)
Bij de bewaking van de veiligheidsdeur door de veiligheidssensor
CSP 34F2 moet bijvoorbeeld een resetknop zodanig aan de
veiligheidsdeur gepositioneerd worden dat de gevarenzone
overzichtelijk is. Bij het bedienen van de resetknop vindt aan PIN 8 een
wijziging plaats van 0 V naar 24 V en terug (impulsduur
0,3 - 3 seconden). Als de deur gesloten is, worden de
veiligheidsuitgangen met de negatieve signaalflank vrijgegegeven. Na
het openen van de deur moet voor de volgende vrijgave een nieuwe
reset plaatsvinden. De veiligheidssensoren CSP 34F2 kunnen met
andere toestellen van de CSS familie in serie geschakeld worden. Op
die manier kunnen onoverzichtelijke deelzones van complexe machines
stapsgewijs vrijgegeven worden. De volgorde van de vrijgave speelt
daarbij geen rol, zelfs niet bij gemengd gebruik van CSP en CSS
veiligheidssensoren. Een combinatie met de veiligheidssensoren
CSS 34F0 of CSS 34F1 als ingangstoestel voor het rechtstreeks
aansturen van externe veiligheidsrelais is eveneens mogelijk.
Serieschakeling
Maximum 31 sensoren kunnen in serie geschakeld worden.
Hierbij kan een sensorketen van meer dan 200 m opgebouwd worden.
De gebruiker moet het veiligheidscircuit evalueren, ontwerpen
en opbouwen volgens de van toepassing zijnde normen en
afhankelijk van het vereiste veiligheidsniveau.
Als meerdere veiligheidssensoren deelnemen aan eenzelfde
veiligheidsfunctie, moeten de PFH waarden van de
individuele componenten opgeteld worden.
Het volledige concept van de besturing, waarin de
veiligheidscomponent geïntegreerd wordt, moet gevalideerd
worden volgens de relevante normen.
NL
CSP 34