Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Functies Van De Luchtbehandelingskast; Luchtdebietregeling; Temperatuur Regeling - Komfovent DOMEKT C6M Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor DOMEKT C6M:
Inhoudsopgave

Advertenties

2. FUNCTIES VAN DE LUCHTBEHANDELINGSKAST

Voor het creëren van een comfortabel binnenklimaat kunt u de mate van luchtverversing (ventilatievoud) en de
luchttemperatuur aanpassen en ook een wekelijks luchtverversingsschema instellen. Diverse extra functies maken het
regelen van alle ventilatieprocessen gemakkelijk en verlagen het elektriciteitsverbruik.

2.1. Luchtdebietregeling

Het ventilatortoerental van de luchtbehandelingskasten wordt aangepast door de geselecteerde luchtdebietregelmethode:
CAV – Constant-Air-Volume-regeling. Het ventilatortoerental wordt aangepast door het meten van het luchtdebiet en
dit te vergelijken met de ingestelde waarde. De ventilator draait precies op het toerental nodig om het ingestelde lucht-
debiet te realiseren, onafhankelijk van drukvariaties. Zo zal bijvoorbeeld wanneer luchtfilters vervuild raken het ventila-
tortoerental automatisch worden opgevoerd om hetzelfde luchtdebiet te verkrijgen als tijdens bedrijf met schone filters.
In de bedrijfswijzen stelt de gebruiker het gewenste luchtdebiet voor iedere ventilator afzonderlijk in. Het luchtdebiet
wordt ingesteld en gemeten in m
VAV – Variable-Air-Volume-regelmodus. Met deze modus kan een constante luchtdruk in de kanalen worden gehand-
haafd doordat het ventilatortoerental zich aanpast aan de drukvariaties in het luchtverversingssysteem. De luchtdruk in
de kanalen wordt gemeten met optionele VAV-druksensors geïnstalleerd in de toevoer- en afvoerkanalen en aangeslo-
ten op de klemmen B6 en B7 van de hoofdregelaar (zie de ‹Installatiehandeiding›). De gebruiker stelt in de bedrijfsmodi
voor de toevoer- en afvoerlucht afzonderlijk een gewenste luchtdrukwaarde in. De luchtdruk wordt ingesteld en geme-
ten in Pa.
DCV – Direct-Air-Volume-regelmodus. Deze modus lijkt erg op de CAV-modus maar als extra kunt u hier het ventilator-
toerental aanpassen door een 0..10 V regelsignaal op de klemmen B6 en B7 van het moederbord aan te sluiten (zie de
«installatiehandleiding»). Als de regelsignaalspanning verandert wordt het ventilatortoerental overeenkomstig aange-
past. d.w.z. 10V komt overeen met de ingestelde waarde voor het luchtdebiet terwijl 2V overeenkomt met 20% van de
ventilatorcapaciteit.
Hoe u de luchtdebietregeling instelt staat beschreven in het hoofdstuk 'Regelingen en Instellingen'.

2.2. Temperatuur regeling

De temperatuur in de luchtbehandelingskast wordt in stand gehouden door de werkelijke temperatuur te meten en
deze te vergelijken met de door de gebruiker ingestelde temperatuur. Vervolgens worden, afhankelijk van of de toevoer-
lucht moet worden verwarmd of gekoeld, de warmtewisselaar of aanvullende verwarmings-/koelingsunits ingeschakeld.
Beschikbare regelmethodes voor de temperatuur":
Regeling temperatuur toevoerlucht – de unit levert lucht met de door de gebruiker ingestelde temperatuur.
Regeling temperatuur afvoerlucht – de unit selecteert automatisch de temperatuur voor de toevoerlucht om te zorgen
dat de temperatuur van de afgezogen lucht wordt bereikt en zo snel mogelijk in stand gehouden. De temperatuur van
de ruimte wordt gemeten door middel van een geïntegreerde temperatuursensor voor de afvoerlucht.
Regeling temperatuur ruimte – de unit selecteert automatisch de temperatuur van de toevoerlucht om te zorgen dat
de temperatuur in de ruimte wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden op het niveau gemeten door de in de
afstandsbediening geïntegreerde sensor. Het bedieningspaneel moet in de ruimte worden geïnstalleerd waar de tem-
peratuur in stand moet worden gehouden.
Balans – De temperatuur van de toevoerlucht wordt op hetzelfde niveau gehouden als die van de afgezogen lucht en
daarom kan er geen gewenste temperatuur worden geselecteerd. De temperatuur van de afgezogen lucht wordt geme-
ten door middel van een geïntegreerde temperatuursensor voor de afvoerlucht. .
Hoe de temperatuurregeling te selecteren staat beschreven in 'Regelingen en Instellingen'.
Om de aanvoertemperatuur op het bedieningspaneel weer te geven, moet temperatuursensor
toevoerluchtkanaal worden geïnstalleerd (zie "Domekt installatiehandleiding").
Enkel CF 150 F, CF 200 V, CF 300 V kasten.
1
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C6M_user manual_23-02
3
/h of l/s.
1
in het
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave