Inhoudsopgave
Advertenties
CaRbuRaToRafsTellIng
Niveau 2.
Vereist gereedschap: Kleine schroevendraaier, schroevendraaier
aandaChT
De snoeimessen mogen niet bewegen wanneer de motor in vrijloop
staat om het risico van ernstige verwondingen te voorkomen.
OPMERKING
Elk onderdeel is getest in de fabriek en de carburator is afgesteld
in overeenstemming met de emissievoorschriften. Bovendien is
de carburator voorzien van naaldbeperkers voor hoog (H) en laag
(L) toerental om te verhinderen dat de afstelling de aanvaardbare
limieten overschrijdt.
1. R einig of vervang de luchtfilter en de zeef van de vonkvanger
voordat u de carburator afstelt.
2. D raai de naald voor hoog toerental (H) en laag toerental (L) tegen
de wijzers van de klok in om de motor te stoppen.
3. S tart de motor en laat de motor in versnelde vrijloop draaien tot de
motor is opgewarmd.
4. A fstelling van de vrijloop (T).
Draai de stelschroef van de vrijloop (T) tegen de wijzers van
de klok in tot de ketting begint te draaien en breng de schroef
vervolgens terug naar achteren tot de ketting tot stilstand komt.
Draai de schroef (T) een kwart slag extra tegen de wijzers van de
klok in.
5. O pen de gasklep gedurende 2 tot 3 seconden op volle kracht om
het brandstofteveel van de motor te verwijderen en laat vervolgens
in vrijloop draaien. Open de gasklep volledig om te controleren dat
de motor zacht overgaat van vrijloop naar het maximum toerental.
aandaChT
Wanneer de carburator is afgesteld, mogen de snoeimessen
helemaal niet bewegen wanneer de motor in vrijloop staat om het
risico van ernstige verwondingen te voorkomen.
BELANGRIJK
Gebruik de stelschroef van de vrijloop om te voorkomen dat de
snoeimessen bewegen bij het opstarten.
Raadpleeg in geval van problemen met de carburator uw dealer of
detailhandelaar.
gevaaR
gevaaR
G
ebruikshandleidinG
van de heGGenschaar
L
H
21
T
Advertenties
Inhoudsopgave
