Daarna diverse keren met het startkoord de motor rond draaien hierdoor
verwijdert u overtollige benzine uit de verbrandingskamer.
Carburateur afstellingen
Met een draaiende motor stelt u de carburateur als volgt af:
1. Stationair toerental
Gebruik een schroevendraaier om de stationair toerentalschroef langzaam
met de klok mee of tegen de klok in te draaien totdat het toerental 2800
bedraagt.
WAARSCHUWING !
De ketting moet tijdens stationair draaien stilstaan !
2. Basis carburateur afstelling
Stationaire sproeier vanaf ingeschroefd:
1 ¼ +/- ¼ toer open
hoofdsproeier vanaf ingeschroefd:
1 ¼ +/- ¼ toer open
3. Stationaire sproeier afstelling (L)
Door middel van een kleine schroevendraaier draait u de sproeier met de
klok mee (armer mengsel) en luister naar verandering in motor toerental.
Door het inschroeven van de sproeier gaat de motor meer toeren maken
om daarna in toerental te zakken als het mengsel te arm wordt.
Onthoudt de stand van de sproeier op het moment dat het toerental
begint te dalen. Dit noemt men het arme omslagpunt
Draai de sproeier tegen de klok in (rijk mengsel) totdat u het toerental
hoort stijgen en daarna weer afnemen. Dit noemt men het rijke
omslagpunt.
Zet de stationaire sproeier midden tussen deze twee omslagpunten in.
Indien noodzakelijk stelt u het stationaire toerental opnieuw bij zodat het
stationaire toerental weer 2800 toeren bedraagt.
Hoofd sproeier afstelling (H)
Als de zaag nieuw is hoeft u deze sproeier niet af te stellen. Na 10
draaiuren kunt u deze sproeier 1 – ¼ toer vanaf gesloten toestand
opendraaien.
PAS OP !
Laat de motor nooit onbelast op max toerental draaien.
Dit kan het vastlopen van de zuiger veroorzaken.
De hoofdsproeier moet minstens 1 toer open staan ;minder
dan 1 toer kan het vastlopen van de zuiger veroorzaken.
Laat de motor nooit harder lopen dan 11.500 t/m . meer
toeren kan het vastlopen van de zuiger veroorzaken.
9