4. Wees voorzichtig met het vullen van brandstof. Start de machine
minstens 3 meter van de plek waar u benzine getankt heeft.
5. Gebruik de machine uitsluitend in goed geventileerde ruimtes
6. Begin alleen met zagen als u een overzichtelijk werkterrein heeft, een
goede ondergrond en een van tevoren geplande vluchtroute weg van
de vallende boom.
7. Voor het starten controleren of de zaag geen objecten raakt of kan
raken.
8. Laat niemand in de buurt bij het starten of zagen en houdt
omstanders weg van de werkplek.
9. Houd de zaag uit de buurt van uw lichaam als de motor draait.
10. Gebruik de kettingzaag niet als deze beschadigd is of verkeerd is
afgesteld of niet goed geassembleerd is. Gebruik de zaag nooit zonder
koppelingdeksel. Overtuigt u ervan dat de ketting stil gaat staan als u
het gas los laat.
11. Zet de motor af voordat u de machine wegzet.
12. Als u een tak afzaagt welke onder spanning staat moet u oppassen dat
deze u niet raakt als de spanning weggezaagd wordt.
13. Pas vooral op als u struikgewas en/of dunne twijgen af moet zagen
deze kunnen door de zaagketting naar u toegetrokken worden en u uit
balans brengen.
14. Gebruik uitsluitend een kettingzaag in een boom als u hier een
opleiding voor genoten heeft.
15. Draai de benzinedop voorzichtig open om eventuele druk te laten
ontsnappen. Vul geen zaag bij die warm is maar laat deze even
afkoelen voordat u benzine bijtankt.
16. Het gebruik van de kettingzaag met versleten antivibratierubbbers
leidt tot hevige trillingen. Bij langdurige blootstelling kan dit
letselschade aan de hand veroorzaken. Verouderde of hard geworden
rubbers dienen vervangen te worden.
17. Langdurig bloot staan aan lawaai kan gehoorschade veroorzaken en
werkt ook sterk vermoeiend. Oorbeschermers voorkomen dit.
18. Draag de machine uitsluitend met afgezette motor, de geleider naar
achter gericht en de uitlaat van het lichaam af.
19. Houd de ketting goed scherp en correct afgesteld.
20. Gebruik de kettingbeschermer als u de machine transporteert.
21. Jonge kinderen en alle andere personen welke niet bekend zijn met
het gebruik van een kettingzaag mogen deze machine niet gebruiken.
22. Gebruik uitsluitend originele Shindaiwa onderdelen.
23. Gebruik deze machine en elke andere kettingzaag nooit zonder uitlaat.
24. Houdt de hendels schoon droog en vrij van benzine of olie.
25. Alle onderhoudswerkzaamheden anders dan die in dit manual
beschreven dienen door getraind Shindaiwa personeel uitgevoerd te
worden.
De montage van de zaaggeleider en ketting
1.
Verwijder de twee moeren
2.
Haak de draagarm van de
remhendel los
3.
Druk het deksel naar
beneden en verwijder deze
4.
Verwijder het afstandsblok
en gooi deze weg.
5.
Plaats de geleider over de
tapeinden en de kettingspan
gat.
6.
Installeer de ketting over de
koppelingtrommel en de
geleider. De beitel moet naar
voren wijzen !
TIP: leg een nieuwe ketting een
nacht in de olie. Dit verlengt de
levensduur van uw ketting.
7.
Installeer het
koppelingdeksel over de
twee tapeinden en monteer
de draagarm van de
kettingrem. Monteer de twee
moeren en draai deze
handvast aan.
Waarschuwing:
gebruik de machine
nooit zonder
koppelingdeksel
5