JA-163A RB Draadloze externe batterij-aangedreven sirene
9. Koppel de mini-USB-kabel los.
10. Sluit het deksel van de sirene.
11. Controleer de sirene-instellingen via de Software F-Link,
Apparaten / Interne instellingen.
12. Test de functies van de sirene.
Opmerkingen:
-
Een
mini-USB-kabel
vormt
de
meegeleverde
accessoires
bedieningspaneel of een ander apparaat. U kunt de kabel
van de kaartlezer JA-190T gebruiken. Wij adviseren
nadrukkelijk
om
de
te sluiten op de PC. De aansluiting via een USB-HUB kan
de betrouwbaarheid verminderen).
Volgens de wijzigingen, die uitgevoerd werden tijdens
-
de update, kunnen vorige instellingen behouden blijven
of
kunnen
instellingen
de standaardwaarden hersteld worden. Nadat een reset
werd uitgevoerd, kunt u de vorige instellingen opnieuw laden
door de door op de knop Importeren te drukken
en de instellingen herstellen zonder negatieve invloed
op de nieuwe firmware.
Interne instellingen van de sirene
De eigenschappen van de sirene kunnen worden ingesteld in het
Apparatenvenster van de F-Link software. In de regel van de sirene
klik
je op de optie Interne instellingen (Internal settings) om een
dialoogvenster
te openen. De interne instelling is verdeeld in 2 tabbladen:
Instellingen
(Settings)
en
(standaardinstellingen zijn gemarkeerd met *):
Instellingen van het tabblad:
Akoestische indicatie van een inbraakalarm vanuit de secties:
om vast te stellen, voor welke sectie de sirene een alarm moet
aangeven,
alsmede
voor
het
De standaardinstelling dient als indicatie voor alle uitgeschakelde
secties.
Reactie: bepaalt of de sirene EW* (extern waarschuwing -
external warning) of IW (interne waarschuwing - internal warning)
dient aan te geven. De alarmindicatie kan ook volledig worden
uitgeschakeld (andere functies blijven aan).
Sirenegeluid: intermitterend * continu. De optie intermitterend
bespaart energie.
Maximale sireneduur: Nee, 1, 2, 3*, 4, 5 minuten, Gedurende
een alarm.
Optie 'Nee' - de sirene geeft het alarm niet akoestisch aan (optische
indicatie blijft actief). Optie 'Tijdens een alarm – akoestische indicatie
met de duur van de' Alarmduur' ingesteld in 'Parameters'.
Opmerking: de maximale duur van het alarm bedraagt 20 minuten,
wat de levensduur van de batterij beduidend zou beïnvloeden.
Afwijkende brandalarmindicatie: JA/NEE*: indien geactiveerd,
geeft de sirene het brandalarm aan met een snel luid piepen, niet
met een standaard piepen wanneer hij andere soorten alarm
aangeeft zoals inbraak, sabotage, paniek enz. (Het snelle piepen
van het brandalarm wordt gesynchroniseerd met de akoestische
indicatie van de branddetectors.)
Het inschakelen van deze hier genoemde opties
kan zorgen voor een verminderde levensduur van
de batterij afhankelijk van de frequentie van het
gebruik ervan. Dat is de reden waarom wij
adviseren
een
te installeren.
Andere akoestische indicatie vanuit de sectie: selectie van
de sectie, waarvoor onderstaande geluiden worden geproduceerd.
De standaard instelling is 'Alle secties.
Hoger volume: JA / NEE * - beïnvloedt alleen de indicatie van
de inloop- / uitloopvertraging en de geluiden, die de activatie van
de PG-uitgang indiceren. Dit heeft geen invloed op het geluid van
een alarm.
Gedurende sectiebesturing: JA / NEE – indien ingeschakeld,
de sirene piept een keer na het instellen, twee keer na het
uitschakelen en drie keer bij het uitschakelen na een alarm.
Gedurende waarschuwing: JA / NEE* - Indien ingeschakeld,
piept de sirene drie keer om te indiceren:
−
onvermogen om in te stellen (een systeemstatus die
de instelling verhinderd, zoals een fout of een geactiveerde
detector)
JA-163A RB Draadloze externe batterij-aangedreven sirene
geen
bestanddeel
van
van
de
sirene,
het
USB-kabel
rechtstreeks
aan
worden
gewist,
zodat
PG-indicatie
(PG
indication)
instellen
van
het
piepen.
tweede
batterij
BAT-100A
−
mislukte instelling (een gebeurtenis vindt plaats tijdens
uitloopvertraging, bijv. een geactiveerde detector)
uitschakeling met alarmgeheugen (een alarm is opgetreden)
−
Inloopvertraging: JA / NEE * Indien ingeschakeld, geeft hij
de inloopvertraging van de hele ingangstijd - onderbroken pieptoon.
Uitloopvertraging bij gedeeltelijke instelling: JA / NEE * -
indien ingeschakeld, indiceert dit de inloopvertraging voor de gehele
tijd, wanneer het systeem gedeeltelijk was ingesteld - pieptoon met
tussenpozen. Deze optie is beschikbaar, wanneer de pieptoon voor
de Inloopvertraging is ingeschakeld.
Uitloopvertraging: JA / NEE* Indien ingeschakeld, indiceert hij
de uitloopvertraging voor de gehele uitlooptijd, als het systeem
volledig ingesteld is – onderbroken pieptoon.
Bij communicatieverlies: JA / NEE - Indien ingeschakeld klinkt
de sirene in het geval van verlies van communicatie met het
bedieningspaneel langer dan (110 min). De duur van het geluid
hangt af van de 'Maximum sirenetijd', waarbij de optie 'Tijdens een
alarm' 20 minuten betekent.
Optische indicatie:
Knippert elke 60 seconden: JA / NEE * - Het stelt de sirene
in op één knippering per minuut. Het kan gebruikt worden als
waarschuwing, dat het gebouw beveiligd is met een alarmsysteem.
Gedurende waarschuwing: JA / NEE * - indien ingeschakeld
waarschuwt de sirene met drie knipperingen:
1)
onvermogen om in te stellen (een systeemstatus die
de instelling verhinderd, zoals een fout of een geactiveerde
detector)
2)
mislukte instelling (een gebeurtenis vindt plaats tijdens
uitloopperiode, bijv. een geactiveerde detector)
3)
uitschakeling met alarmgeheugen (een alarm is opgetreden)
Wanneer gecontroleerd door een sectie: JA / NEE * - het stelt
in, of een sirene het in- en uitschakelen van (een) sectie(s) dient aan
te geven. Het knippert één keer wanneer ingesteld, twee keer
wanneer uitgeschakeld en drie keer wanneer uitgeschakeld na een
alarm.
LED-indicatie * rood / blauw, sirenes zijn voorzien van
tweekleurige LED-indicatoren. Volgens de kleur van het geleverde
frontdeksel moet dezelfde kleur van de LED-indicatie ingesteld
worden.
Flitsopties van de sirene: Tijdens alarmen * / 1/ 3/ 5/ 30/ 60 min
flitsen na een alarm. Deze optie stelt de duur van het knipperen van
de sirene alleen in voor de alarmduur of verlengd met een vooraf
ingesteld interval. Het uitgebreide knipperen kan gestopt worden
door
een
nieuwe
de alarmindicatie in het systeem (met een toetsenbord).
Periodieke communicatie: 1 s / 8 s – Deze parameter stelt
de maximale vertraagde reactie in van de sirene op een alarm, een
aanvullende indicatie of Signalerings-PG.
Opmerkingen:
-
PG-uitgang activatie
aangegeven, wanneer de periodieke communicatie ingesteld
is op 8 s en een PG-uitgang ingeschakeld is voor een kortere
duur dan 8 s.
-
Als de eindklant een willekeurige van de hierboven
genoemde aanvullende aanduidingen wenst, raden wij u aan
de 'Periodieke communicatie' op 1 s in te stellen om een
snellere responstijd te bewerkstelligen, wanneer de sectie
of de PG-status verandert
-
Is de periodieke communicatie ingesteld op 1 s, dan kan dit
de typische levensduur van de batterij met de helft verminderen.
Signalering van de PG-tab
De sirene kan de activiteit van de PG-uitgangen 1 – 32 aangeven
met pieptonen.
Langzame pieptoon - 1 per seconde (voor de hele periode,
waarover de PG actief is)
Snelle pieptoon - 2 per seconde (voor de hele periode, waarover
de PG actief is)
1xAan/2xUit- 1 pieptoon, als de PG wordt geactiveerd,
2 pieptonen, wanneer de PG wordt gedeactiveerd
Pieptoon van 20 seconden – een lange pieptoon van 20
seconden, wanneer de PG wordt geactiveerd
Instellingen volgens veiligheidsgraad 2
Om de sirene zodanig in te stellen, dat deze voldoet aan
veiligheidsklasse 2, gebruikt u de software F-Link, het tabblad
'Parameters' en de optie 'Systeemprofielen' ingesteld voor
'EN50131-1, gr.2'. Het apparaat zal geconfigureerd worden
volgens de gewenste eigenschappen.
2 / 2
systeeminstelling
of
annulering
zal soms misschien niet worden
MNM51204
van