Definities volgens DIBt
Type FC
42x
Type FC
52x
3.4.2 Luchttoevoerleiding
3.4.3 Condensvorming
B1590622_nl | Gebruikshandleiding Pellet condensatieketel PE1c Pellet (ESP)
Stookplaats met verbrandingsgasventilator voor aansluiting op een lucht-
verbrandingsgassysteem. De verbrandingsluchtleiding van de luchtschacht en het
verbindingsstuk met de schoorsteen zijn onderdeel van de stookplaats.
Stookplaats met verbrandingsgasventilator voor aansluiting op een schoorsteen. De
verbrandingsluchtleiding van de luchtschacht en het verbindingsstuk met de schoorsteen
zijn onderdeel van de stookplaats.
AANWIJZING! Toevoer van verbrandingslucht (leidingen) installeren
overeenkomstig de geldende normen
Verwijzingen naar normen
r Luchttoevoerleiding strak verbinden met de aansluiting van de ketel
Ä De afmetingen van de luchttoevoeraansluitingen van de ketel zijn te vinden in de
technische gegevens
Bij de dimensionering van buisbochten in de toevoerleiding moet het volgende in acht
worden genomen:
Verhouding tussen de krommingsstraal (r) en de buisdoorsnede (d) groter dan 1
Bijvoorbeeld:
- Doorsnede luchttoevoeraansluiting = 160 mm
- Min. straal van de buisbocht = 160 mm
▪ De luchttoevoerleiding moet zo mogelijk rechtlijnig zijn en de kortste weg volgen
▪ Het aantal buisbochten laag houden.
▪ Weerstand in de luchttoevoerleiding: max. 20 Pa
AANWIJZING! Hoe groter het temperatuurverschil tussen de aangezogen
buitenlucht en de temperatuur in de ruimte, des te groter het risico van
condensvorming
Voor Duitsland geldt bovendien: De leidingen moeten voor eventueel ontstaand
condensaat zodanig met een daling naar de afvoerleiding worden aangelegd, dat de
nodige verbrandingslucht van buitenaf kan worden aangezogen zonder dat er water of
dieren het gebouw kunnen binnendringen.
Om condensaatvorming te vermijden:
r De gehele luchttoevoerleiding voorzien van een geschikte warmte-isolatie
Aanwijzingen omtrent de werking van een verwarmingsinstallatie | 3
r:d ≥ 1
19