Advertenties
Interne bussirene JA-110A II met batterijback-up
toepassing op andere akoestische indicatie en de akoestische indicatie
van PG-uitgangen. Dit heeft geen invloed op het volume van
de alarmindicatie. Als de optie "Met knop" wordt geselecteerd, kan het
volume veranderd worden door een gebruiker door het indrukken
en houden van het benedendeel van de sirene gedurende 3 seconden
(als het systeem zich bevindt buiten de Servicemodus) – de wijziging
van het volume wordt bevestigd door een pieptoon en in het volume van
het nieuwe geselecteerde volume.
De "Programmeerbare" optie geeft de tijdschuivers weer, die een
tijdsperiode vaststellen om gedurende de dag te schakelen tussen het
standaard en het verhoogde volume.
Signalering van het PG-tabblad:
LED geeft akoestische PG-uitgang aan: Indien ingeschakeld, wordt
de akoestische indicatie geactiveerd door een actieve PG-uitgang, die
permanent aangegeven wordt door een LED.
De geluidsindicatie kan ingesteld worden voor elke PG-uitgang:
Langzame pieptoon – piept 1x per seconde (zolang de PG-uitgang
actief is).
Snelle pieptoon
– piept 2x per seconde (zolang de PG-uitgang
actief is).
1x AAN/2x UIT – piept 1x, als de PG wordt geactiveerd, piept 2x, als
de PG wordt gedeactiveerd.
Pieptoon van 20 sec – piept continu gedurende 20 seconden, als
een PG-uitgang wordt geactiveerd.
Melodieën 1 tot 4 – beschikbare deurbelmelodieën
Reactie van het systeem op het indrukken
van een sireneknop
De standaardinstelling is, dat het indrukken van de sireneknop
gedurende een alarm de sirene dempt en tegelijkertijd de aanwezigheid
van een persoon in het gebouw bevestigt (de centrale van het gebouw
verzendt een rapport). Het is mogelijk om de instelling van de sireneknop
in het venster Apparaten van de software F-Link te wijzigen om een
andere reactie te activeren, bijvoorbeeld een paniekalarm.
Instelling in overeenstemming met
veiligheidsgraad 2
Als veiligheidsgraad 2 is vereist, kan deze geconfigureerd worden
door te kiezen EN 50131, graad. 2. vanuit de Systeem profielen
gelokaliseerd in het tabblad Parameters in de software F-Link. Het
apparaat zal geconfigureerd worden volgens de gekozen norm.
Prioriteit van de sirene-indicatie
De brandalarmindicatie heeft de hoogste prioriteit gevolgd door het
IW- en EW-alarm.
Een lager indicatieprioriteit behoort tot de interactie met het systeem
(instelling/uitschakeling...) gevolgd door de indicatie van de activering
van PG-uitgangen (PG1 heeft een hogere prioriteit dan PG2 enz.). Een
indicatie met een hogere prioriteit stopt altijd de indicatie met een lagere
prioriteit.
Prioriteitsniveaus van de akoestische indicatie in aflopende volgorde:
Brandalarm, IW/EW-alarm, waarschuwingsindicatie, uitschakeling van
het systeem met een actieve alarmgeheugenindicatie, Instelling /
Uitschakeling, Inloop-/uitloopvertraging, alarmgeheugenindicatie, PG-
uitgangsindicatie en tenslotte knippert de sirene via een LED-lampje,
als de status van de sabotagesensor verandert.
Een batterij aan de sirene toevoegen
Een batterij wordt niet gemonteerd in de fabriek (de reservebatterij
is optioneel). Standaard wordt de sirene gevoed door een BUS van
de centrale. De sirene kan worden uitgerust met de batterij BAT-3V2-
CR2 om deze twee redenen:
De eerste reden kan zijn dat een kabel langer dan 100 m wordt
gebruikt, wat kan leiden tot een laag geluidsniveau als gevolg van
spanningsverlies. De batterij voorkomt dergelijk verlies. De tweede
reden kan zijn, dat de batterij gebruikt wordt als back-upoplossing, als
de BUS-voeding uitvalt.
Verbind de batterij met de connector (8), de sirene detecteert deze
automatisch en voert een diagnose uit. De gemeten waarden worden
vervolgens weergegeven in de software F-link.
De sirene bewaakt zijn eigen batterijstatus en informeert de gebruiker
(of de servicetechnicus), wanneer de batterij bijna leeg is. Het apparaat
functioneert verder, maar het wordt aanbevolen om de batterij binnen 2
weken te vervangen.
Gebruik specifiek het type batterij BAT-3V2-CR2.
De batterij moet vervangen worden door een onderhoudstechnicus,
terwijl het bedieningspaneel zich bevindt in de servicemodus. Gooi lege
batterijen niet in de vuilnisbak; lever deze in bij een inzamelpunt.
Interne bussirene JA-110A II met batterijback-up
Opmerking:
−
Als u de sirene opnieuw wilt gebruiken zonder de batterij, moet
u deze eerst van de BUS loskoppelen, de batterij loskoppelen, 10
seconden wachten en vervolgens de sirene zonder de batterij weer
aansluiten op de BUS. Er zal een nieuwe initialisatie plaatsvinden,
als de sirene de werking zonder de batterij evalueert.
Technische specificaties
Voeding /
Optionele reservebatterij
Stroomverbruik (in standby-modus) (rustmodus)
Verbruik voor kabelselectie (maximaal)
Type waarschuwingsapparaat
Piëzo-elektrische sirene,
Maten
Gewicht
Classificatie
Omgeving
Bedrijfstemperatuurbereik
Gemiddelde operationele vochtigheid
Stemt overeen met
EN 50131-1, EN 50131-4, EN 50130-4, EN 55032,
Certificatie-instantie
JABLOTRON ALARMS a.s. verklaart hiermede, dat de JA-110A
in overeenstemming is met de relevante communautaire
harmonisatiewetgeving: Richtlijnen nr.: 2014/35/EU, 2014/30/EU,
2011/65/EU. Het origineel van de conformiteitsbeoordeling kan
worden gevonden op www.jablotron.com – sectie Downloads.
Opmerking: Hoewel dit product geen schadelijke materialen
bevat, raden wij u aan het product na gebruik terug te sturen
naar de dealer of direct naar de producent.
2 / 2
Maten
12 V DC (9... 15 V) via de BUS,
BAT-3V2-CR2 (400 mAh)
type Z/12u back-up
100 dB/m (± 5 dB/m)
80 x 80 x 35 mm
(met batterijen) 92 g
Veiligheidsgraad 2/Milieu-klasse II
(Volgens EN 50131-1)
Algemene oplossing voor intern gebruik
-10 °C tot +40 °C
75 % RH, zonder condensatie
EN 62368-1, EN 50581
Trezor Test s.r.o. (nr. 3025)
MLP59900
5 mA
120 mA
Advertenties
