DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Plaats de sleutel in het
bedieningspaneel (zie HET
APPARAAT INSCHAKELEN
op bladzijde 18). Kies vervol
gens het hoofdmenu (zie stap
2 bladzijde 19). Druk dan op de
toesteltoets in de rechteronder
hoek van het scherm om het hoofdmenu van de
instellingen te selecteren.
2. Kies de stand apparatuurinstellingen.
Raak in het hoofdmenu van de instellingen, lichtjes
de toets Equipment Settings (apparatuurinstellin
gen) aan. Let op: Schuif of tik op het scherm om
omhoog of omlaag door de opties te scrollen.
3. Kies een taal.
Druk op de toets Language (taal) voor het selec
teren van een taal en selecteer de gewenste taal.
Druk vervolgens op de terugtoets op het scherm
om terug te keren naar de instellingenmodus van
de apparatuur. Let op: Deze mogelijkheid is niet
ingeschakeld.
4. Kies de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/metrisch)
om de geselecteerde meeteenheid te bekijken.
Wijzig desgewenst de meeteenheid. Druk daarna
lichtjes op de terugtoets op het scherm.
5. Selecteer een tijdzone.
Druk lichtjes op de toets Timezone (tijdszone). Kies
uw lokale tijdszone zodat het bedieningspaneel
uw lokale tijd aangeeft. Druk daarna lichtjes op de
terugtoets op het scherm.
6. Selecteer een updatetijd.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken) en
selecteer de gewenste tijd om een tijd voor de
automatische update van het bedieningspaneel te
selecteren. Druk daarna lichtjes op de terugtoets
op het scherm.
BELANGRIJK: U dient nog steeds het stroom-
snoer uit het stopcontact te halen na gebruik
van de loopband. Stel de bijgewerkte tijd in
voor een tijd wanneer u normaal gesproken
de loopband gebruikt en in staat bent om het
stroomsnoer uit het stopcontact te halen na
een update.
7. Zet de display demo-instelling aan of uit.
Het bedieningspaneel toont een displaydemostand,
die ontwikkeld is voor gebruik als de loopband
wordt geëtaleerd in een winkel. Terwijl de demo
instelling aan gaat, zal het bedieningspaneel nor
maal werken als de stroomkabel ingestoken is, de
stroomschakelaar in de resetstand gedrukt is, en
de sleutel in het bedieningspaneel gestoken is. Als
u echter de sleutel verwijdert, toont het scherm een
demopresentatie.
Raak eerst de toets Demo Mode (demoinstelling)
aan om de display demoinstelling aan of uit te zet
ten. Raak vervolgens het keuzevakje On (aan) of
Off (uit) aan. Druk daarna lichtjes op de terugtoets
op het scherm.
8. Schakel de internetbrowser in of uit.
Voor het in of uitschakelen van de internetbrowser,
drukt u eerst op de toets Browser. Druk vervolgens
op het keuzevakje Enable (inschakelen) of Disable
(uitschakelen). Druk daarna lichtjes op de terug
toets op het scherm.
9. Schakel straatzicht in of uit.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een
kaart weergeven. Voor het in of uitschakelen van
straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(straatzicht). Druk vervolgens op het keuzevakje
Enable (inschakelen) of Disable (uitschakelen).
Druk daarna lichtjes op de terugtoets op het
scherm.
10. Schakel de sleutel in of uit.
Let op: Deze functie kan mogelijk niet zijn inge
schakeld op uw loopband.
U kunt desgewenst de sleutel uitschakelen zodat
de loopband het gebruik van de sleutel niet nodig
heeft. Druk lichtjes op de toets Safety Key (vei
ligheidssleutel). Raak het keuzevakje Disable
(uitschakelen) aan om de sleutel uit te schakelen.
OPGELET: Lees de veiligheidswaarschu-
wing op het scherm door voordat u de sleutel
uitschakelt. Druk op het keuzevakje Enable
(inschakelen) om de sleutel weer in te schakelen.
25