Indien u drukt op de toets Quick Speed (directe
snelheid), zal de snelheid van de loopband gelei
delijk aangepast worden tot het de gewenste
snelheidsinstelling bereikt.
Om de loopband te stoppen, druk op de toets Stop.
Om de loopband opnieuw te starten, drukt u op de
toets Run.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te verande
ren, op de toenametoets en de afnametoets Incline
(helling) of een van de toetsen Quick Incline (snelle
helling). Elke keer als u op een van de toetsen
drukt zal de helling geleidelijk veranderen tot het
de geselecteerde hellinginstelling bereikt.
Let op: De eerste keer dat u de helling aanpast,
moet u eerst het hellingsysteem ijken (zie stap 4
op bladzijde 27).
5. Controleer uw voortgang op de displays.
Het bedie
ningspaneel
biedt ver
schillende
displayopties.
De gekozen
display instel
ling zal bepalen
welke infor
matie weergegeven wordt. Tik op of schuif
eenvoudigweg over het scherm om de gewenste
display instelling te kiezen. U kunt ook aanvullende
informatie bekijken door de rode vakjes op het
scherm aan te raken.
Het scherm kan de volgende oefeninginformatie
weergeven als u op de loopband loopt of rent:
• De hellingstand van de loopband
• De verstreken tijd
• De resterende tijd (Let op: De handmatige instel
ling heeft geen aftelling van de resterende tijd.)
• Het geschatte aantal calorieën dat u verbrand
heeft
• Het geschatte aantal verbrande calorieën per uur
• De afstand die u gelopen of gerend heeft
• Het aantal verticale meters (VM) dat u heeft
geklommen
• De snelheid van de band
• Een route van 400 m (1/4 mijl)
• Uw tempo
• Uw huidige rondenummer
• Uw hartslag (zie stap 6)
Indien gewenst kunt ook
de volume bijstellen door
op de volumetoetsen op
het bedieningspaneel te
drukken.
Om de oefening te pauzeren, drukt u lichtjes op
de menutoetsen of drukt u op de toets Stop op het
bedieningspaneel. Druk om de oefening te her
vatten op de toets Resume of de toets Run op het
bedieningspaneel. Om de oefeningsessie te stop
pen, drukt u op de toets End Workout (oefening
beëindigen).
6. Meet desgewenst uw hartslag.
U kunt uw hartslag meten door gebruik te maken
van de ingebouwde handgreep met hartslagmo
nitor of door middel van de bijbehorende borstkas
hartslagmonitor. Zie bladzijde 29 voor informatie
over het kopen van een optionele borstkas hart-
slagmonitor.
Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH
Smart hartslagmonitoren. Om
®
uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie
ningspaneel, zie bladzijde 30.
Let op: Wanneer u beide hartslagmonitoren
tegelijkertijd gebruikt dan zal de BLUETOOTH
Smart hartslagmonitor prioriteit krijgen.
20