G
EBRUIK VAN DE TELEFOON
Als u de lijn neemt door opnemen van de hoorn, beschikt u
over alle functies die een normale telefoon biedt.
Hiertoe behoort ook de functie R (REGISTER RECALL, ge-
activeerd met de toets
) die toegang biedt tot speciale dien-
sten die door de netwerkcentrale worden geboden.
U hebt tevens beschikking over de volgende functies:
•
Oproepen van een correspondent met gebruik van het adres-
boek, zie hieronder "Opbellen via opzoeken in het adres-
boek" en "Opbellen via de snelle methode".
•
Tijdelijk onderbreken van een telefoongesprek door in-
drukken van de toets
voortzetten zodra u dezelfde toets weer indrukt.
O
PBELLEN VIA OPZOEKEN IN HET ADRESBOEK
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten en
seconden.
2. Druk op de toets:
Het display geeft het fax- of telefoonnummer en even-
tueel de naam weer die gekoppeld zijn aan de eerste
van 60 beschikbare posities (00-59) indien eerder ge-
programmeerd.
3. Om het telefoonnummer of de naam te vinden van de
persoon die u wilt bellen, kunt u:
1. Op de toetsen
de naam op het display verschijnen.
of
2. Op de toets met de beginletter van de gewenste naam
drukken. Het faxtoestel zoekt de naam in alfabetische
volgorde op.
4. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
1 8
(HOLD). U kunt het gesprek
drukken tot het gewenste nummer of
O
PBELLEN VIA DE SNELLE METHODE
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
1. Druk, gedurende meer dan een seconde, op de
nummertoets (0-9) waaronder u eerder het gewenste
telefoonnummer heeft opgeslagen, bijvoorbeeld
-
Op het display verschijnen de cijfers van het toegewe-
zen telefoonnummer (zie "Programmering van het
adresboek", in het hoofdstuk "Functies voor verzen-
den en ontvangen"). Als ook de naam is opgeslagen,
wordt deze op het display weergegeven.
2. Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, neemt u de hoorn op om het gesprek te
beginnen.
Op het display verschijnt rechts boven de duur van het
gesprek in minuten en seconden.
E
20
EN VAN DE LAATSTE
BINNENGEKOMEN NUMMERS OF
10
EEN VAN DE LAATSTE
GESELECTEERDE NUMMERS
OPVRAGEN
Steek geen document in de automatische invoer
(ADF).
1. Neem de lijn door de hoorn op te nemen.
Op het display verschijnt:
VERBONDEN
En rechts boven de duur van het gesprek in minuten
en seconden.
2. Druk op de toets:
Op het display verschijnt:
BINNENKOM. OPR.
UITGAANDE OPR.
3. Om de lijst van binnenkomende oproepen te selecte-
ren, drukt u op de toets:
4. Om de lijst van uitgaande oproepen te selecteren, drukt
u op de toets:
5. Om in de lijst van de laatste 20 onbeantwoorde binnen-
komende oproepen of in de lijst van de laatste 10 uit-
gaande oproepen het nummer of de naam te zoeken
van de correspondent die u wilt bellen, drukt u op de
toetsen:
6. Om het kiezen te starten, drukt u op de toets:
Zodra het nummer is gevormd en de correspondent
antwoordt, kunt u het gesprek beginnen.
:
Û
Ü