Inhoudsopgave
Advertenties
•
Vul de filterzeef met behulp van het doseerschepje (A18)
met gemalen koffie. Zorg ervoor dat u een fijne maling
gebruikt, specifiek voor espresso.
Controleer, voordat u de filterzeef met gemalen koffie vult,
dat er in de filterzeef geen koffieresten aanwezig zijn van
de laatste keer dat u koffie hebt gezet.
•
Klop de filterhouder enkele keren om de koffie gelijkmatig
te verdelen in de filterzeef.
•
Druk stevig aan met de stamper (A11). Zorg ervoor dat de
gemalen koffie na het aanstampen het niveau van de aan-
bevolen dosis bereikt (afb. 9).
Mogelijk moet u nog wat koffie toevoegen. Goed aanstam-
pen van de gemalen koffie is van fundamenteel belang
voor het verkrijgen van een goede espresso. Als u te veel
aandrukt, wordt de koffie langzaam afgegeven en zal hij
sterk zijn. Als u te weinig aandrukt, wordt de koffie snel
afgegeven en zal hij slap zijn.
Tips van de barista: Laat, voordat u de filterhouder in de ma-
chine plaatst, een klein beetje water afgeven uit de koffieuit-
loop (A7). Dit zal de temperatuur voorafgaand aan de extractie
stabiliseren.
•
Verwijder eventueel op de rand van de filterhouder aan-
wezige koffie en breng de filterhouder aan op de machine
(afb. 5).
•
Plaats één of twee kopjes op het lekbakje (A8) onder de
tuitjes van de filterhouder. Gebruik de kleine kopjesplaat
3.1 Bereidingstemperatuur koffie
De watertemperatuur wordt gedurende het gehele bereidings-
proces gecontroleerd om de stabiliteit ervan tijdens de extrac-
tiefase te garanderen. De machine voorziet 3 infusietempera-
(x 2)
turen.
De daadwerkelijk gebruikte temperatuur zal meestal afhanke-
lijk zijn van het type en de branding van de gebruikte koffie:
Robusta-bonen vereisen een lagere temperatuur en Arabi-
8
ca-bonen een hogere temperatuur. Hetzelfde is van toepassing
voor, respectievelijk, donker gebrande bonen en licht gebrande
bonen.
•
Temperatuurni-
•
•
9
Opgelet: Aangeraden wordt om de kopjes op te warmen voor-
dat u koffie zet:
Spoel ze af onder een beetje heet water of breng op de machine
de filterhouder (A14) met de filterzeef (A15 of A16) aan, zonder
koffie; plaats het kopje dat later gebruikt zal worden voor het
zetten van koffie, druk op de toets
op door heet water af te laten geven.
3.2 Programmering van de hoeveelheden koffie in
het kopje
De machine is standaard ingesteld voor de automatische afgif-
te van standaard hoeveelheden. Ga voor de wijziging van deze
hoeveelheden als volgt te werk:
•
6
(A13) voor kleine kopjes.
Druk op de toets
(B1) om het gewenste niveau van
infusietemperatuur in te stellen:
Overeenkomstig
veau
lampje
Min (~ 92°C)
Med (~ 94°C)
(standaard)
Max (~ 96°C)
Druk op de toets
De machine start de bereiding van de koffie, waarna de af-
gifte automatisch wordt onderbroken. Terwijl de machine
koffie zet, kan de afgifte op elk gewenst moment worden
onderbroken door nogmaals op de eerder ingedrukte toets
te drukken.
Draai de handgreep van rechts naar links om de filterhou-
der te verwijderen. Om spatten te voorkomen, mag de
filterhouder nooit verwijderd worden terwijl de machine
koffie aan het zetten is. Wacht altijd enkele seconden na
het stoppen van de afgifte.
Druk op de toets
,
minste 3 seconden ingedrukt, tot het lampje van de gese-
Brandingsniveau
Donker
Medium-donker
Licht - medium
(B6),
(B5) of
(B6) en warm het kopje
of
en houd deze ten
(B7).
Advertenties
Inhoudsopgave
