OPGELET: Laat het product niet
werken op grind.
•
Als u een eiland maakt, zet u de
begrenzingsdraden die naar en van het
eiland lopen dicht bij elkaar (E). Plaats de
kabels in dezelfde staak.
•
Maak een oogje (F) op de plaats waar de
geleidingsdraad met de begrenzingsdraad
moet worden verbonden.
OPGELET: Maak geen scherpe
bochten wanneer u de
begrenzingsdraad installeert.
OPGELET: Voor een zorgvuldige
werking zonder geluid isoleert u
alle obstakels zoals bomen,
wortels en stenen.
3.2.3.1 De begrenzingsdraad op een helling
plaatsen
> 1.5 m / 5 ft
0% - 50%
•
Voor hellingen met een hellingspercentage
tot 50% binnen het werkgebied werkt het
product normaal. Houd een afstand aan van
1.5 m / 5 ft tussen de begrenzingsdraad en
obstakels, of tussen obstakels.
•
Bij hellingen met een hellingspercentage
van 50-70% dient u ervoor te zorgen dat er
geen obstakels op de helling aanwezig zijn.
Er moet een afstand zijn van 1.5 m / 5 ft
tussen de onderkant van de helling en de
begrenzingsdraad.
•
Voor hellingen grenzend aan een openbare
weg plaatst u een hek of een beschermende
muur langs de buitenrand van de helling.
1035 - 001 - 04.02.2019
> 1.5 m / 5 ft
> 1.5 m / 5 ft
50% - 70%
3.2.3.2 Doorgangen
Een doorgang is een sectie met
begrenzingsdraad aan elke kant die 2
werkgebieden verbindt. De doorgang moet
minimaal 60 cm/24 inch breed zijn.
Let op: Als een doorgang minder dan 2 m/6.5 ft
breed is, installeert u een geleidingsdraad door
de doorgang.
Een doodlopend einde moet minimaal 2.5 m/ 8.5
ft. breed zijn.
>60 cm / 12"
Let op: Zorg voor zo veel mogelijk vrije ruimte
links van de geleidingsdraad, gezien in de
richting van het laadstation. De minimale afstand
tussen de geleidingsdraad en de
begrenzingsdraad is 30 cm/12 inch.
>2 m / 7 ft
>2.5 m / 8.5 ft
Max.
distance
>30 cm / 12"
>2 m / 7 ft
Installatie - 19