F
Bij ondichte stuurventielen
en/of langere pauzes, b.v.
tijdens
wordt door het sluiten van
de kogelkraan voorkomen
dat de schuiven zelfstandig
open gaan (zie hiervoor ook
hfdst Kap.5.3)
I
Bij een nieuwe machine na
3 – 4 trechtervullingen de
boutverbindingen
controleren
natrekken.
I
Alleen
kunstmest
allen de soorten die in de
strooitabel
Voor
meststoffen
dwarsverdeling
ingestelde werkbreedte met
de
mobiele
controleren.
I
Bij
het
gemengde kustmest er op
letten, dat
•
de afzonderlijke soorten
ook
vliegeigenschappen
kunnen hebben.
•
er ontmenging van de
samengestelde
kunstmest
optreden.
I
Na
ieder
eventueel
kunstmest
strooischoepen
verwijderen!
In bedrijf stellen
transportritten,
en
eventueel
goed
gekorrelde
gebruiken
en
voor
komen.
onbekende
de
voor
de
testbaan
strooien
van
verschillende
kan
gebruik
de
aangekleefde
van
de
8.1
Centrifugaal-
strooier vullen
I
Voor het vullen controleren
of er geen residuen of
vreemde voorwerpen in de
trechter
gebleven.
I
Tijdens
opklapbare
rooster gebruiken.
Tijdens het vullen er op
I
letten, dat er zich geen
vreemde voorwerpen in de
kunstmest bevinden.
I
Rekening houden met het
nuttige laadvermogen van
de strooier (zie technische
gegevens)
asbelasting van de trekker.
Bij het opheffen van de
a
strooier wordt de vooras
van de trekker, afhankelijk
van de grootte, ontlast.
Zorg dat bij het vullen van
de centrifugaalstrooier de
voorgeschreven
van
de
trekker
eigengewicht
trekker)
haafd!
bedieningshandleiding van
de trekker.
Eventueel
gebruiken.
73
zijn
achter-
het
vullen
de
bescherm-
en
de
belasting
vooras
van
de
(20%
van
het
van
de
wordt
gehand-
Lees
ook
de
frontgewichten
DB 568.08.03