9.5
Hydraulische
slangleidingen
Bij het in bedrijfstellen en tijdens het werk
moet de toestand van de slangleidingen
door een vakman worden gecontroleerd.
Bij
de
controle
meteen opheffen.
Het nakomen van de controle-intervallen
wordt door de eigenaar vastgelegd.
Controle-intervallen
-
Eerste keer bij het in bedrijfstellen
-
Vervolgens minstens 1x per jaar
Controlepunten
-
Slang op beschadiging controleren
(scheuren,
doorgeschuurde plekken)
-
Slang op broosheid controleren
-
Slang
op
vervorming
(blaasvorming,
platdrukken, loslaten van de lagen)
-
Dichtheid controleren
-
Controleren of de slangen vakkundig
zijn gemonteerd
-
Controleren of de slang vast op het
hydrauliekblok is aangesloten
-
Aansluitblok
op
vervorming controleren
-
Op roestvorming tussen aansluitblok
en slang controleren
-
Slangen op toegestane gebruiksduur
controleren.
Reinigen, onderhoud en reparatie
vastgestelde
fouten
insnijdingen,
controleren
doorknikken,
beschadiging
9.5.1
Vervangingstermijn
De hydraulische slangleidingen moeten
na een gebruiksduur van 6 jaar (inclusief
een opslagtijd van max. 2 jaar) worden
vervangen.
9.5.2
Kenmerking
Hydraulische slangleidingen zijn als volgt
gekenmerkt:
-
Naam van de fabrikant
-
Fabricagedatum
-
Maximaal
werkdruk
9.5.3
Waar u bij het in- en
uitbouwen
letten
Monteer de hydraulische slangleidingen
aan de door de fabrikant voorgeschreven
bevestigingspunten, d.w.z.:
-
zorg voor een schone werkomgeving
-
De slangen zo aanbrengen, dat in hun
natuurlijk
bewegingsvrijheid
gehinderd.
en
-
De slangen mogen in bedrijfstoestand
door inwerkingen van buitenaf niet op
trek, torsie en opstuiken worden
belast.
-
Geen kleinere buigradius gebruiken
dan toegestaan.
-
De slangen niet overschilderen
toegestane
dynamische
op
verloop
niet
worden
DB 569. 08.03
67
moet
en