42
7.1
Instellen
aanbouwhoogte
a
Bij
het
aanbouwhoogte personen uit
de gevarenzone achter en
onder de machine wegsturen,
omdat de machine achterover
kan
slaan,
topstanghelften
vergissing uit elkaar gedraaid
worden of uit elkaar worden
getrokken.
Bij het instellen van de aanbouwhoogte
personen uit de gevarenzone achter en
onder de machine wegsturen, omdat de
machine achterover kan slaan, wanneer
de topstanghelften per vergissing uit
elkaar gedraaid
worden getrokken (Fig. 15).
De opgegeven aanbouwhoogte, in de
regel horizontaal 80/80 cm, geldt voor de
basisbemesting. Bij de basisbemesting
bevinden zich de zwenkbare vleugels
(Fig.
16/1)
strooischoepen in de regel in de
onderste stand.
Bij de voorjaarsbemesting, wanneer het
plantenbestand reeds een hoogte van
10-40 cm heeft, dan dient de helft van
de groeihoogte bij de aangegeven
aanbouwhoogte (b.v. 80/80) te worden
opgeteld. Zo zal bij een gewashoogte
van 30 cm - de aanbouwhoogte op
95/95 worden ingesteld.
Staat het plantenbestand hoger, dan
volgens opgave voor de bijbemesting
(cap.7.2) instellen.
Bij
dichte
bestanden
centrifugaalstrooier met de opgegeven
aanbouwhoogte (b.v. 80/80) boven het
plantenbestand instellen. Is dit, bij grotere
hoogte van het gewas
mogelijk, dan de strooier volgens de
opgave voor het „bijbemesten" instellen.
DB 569. 08.03
Instellingen
van
instellen
van
wanneer
worden of uit elkaar
van
de
korte
(koolzaad)
niet meer
de
de
de
per
Fig. 15
Fig. 16
de