4.4 Sensoren selecteren
Afbeelding 4
Sensor selecteren
1
ENTER — Slaat de instelling op en gaat terug naar het
menu CONFIGUREREN.
2
ANNULEREN — Gaat terug naar het menu
CONFIGUREREN zonder op te slaan.
3
TOEVOEGEN — Voegt een sensor toe aan de selectie.
1. Om de sensoren en hun volgorde voor de RTC-module te
kiezen, drukt u op RTC > CONFIGUREREN > SENSOR
SELECTEREN.
4
VERWIJDEREN — Verwijdert een sensor uit de selectie.
5
OMHOOG/OMLAAG — Verplaatst de sensor omhoog en
omlaag.
2. Druk op
TOEVOEGEN
Er wordt een keuzelijst met alle leden van het
sc1000-netwerk geopend.
3. Druk op de vereiste sensor voor de RTC-module en bevestig
uw keuze door op
ENTER
De sensoren in een zwart lettertype zijn beschikbaar voor de
RTC-module.
De sensoren in een rood lettertype zijn niet beschikbaar voor
de RTC-module.
Opmerking: PROGNOSYS is beschikbaar voor sensoren die
gemarkeerd zijn met (p) indien deze sensoren samen met een
RTC-module zijn geselecteerd (raadpleeg de gebruikershandleiding
van PROGNOSYS).
Parametrisering en bediening
(Afbeelding
4, item 3).
onder de keuzelijst te drukken.
31