Hoofdstuk 3 Installatie
3.1 Aansluiting RTC101 P-module
3.1.1 Voeding naar de RTC-module
3.2 Aansluiting van doseerpomp
Alleen gekwalificeerd vakpersoneel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken
uitvoeren. Daarbij dienen alle geldende lokale veiligheidsvoorschriften in acht te worden genomen.
Leg kabels en slangen altijd vlak, zodat zij geen struikelgevaar opleveren.
Voordat de voeding wordt ingeschakeld, dient u eerst de instructies in de bijbehorende
handleidingen te raadplegen!
De RTC-module moet op een DIN-rail/standaardrail worden gemonteerd.
Installeer de module horizontaal, met ten minste 30 mm speling aan de boven- en
onderkant, om er voor te zorgen dat het passieve ventilatie-element naar behoren
functioneert. De RTC-module wordt alleen bediend met de sc1000-controller (zie de
bedieningsinstructies voor de sc1000-controller).
Wanneer deze binnenshuis wordt gebruikt, kan de RTC-module in een besturingskast
worden geïnstalleerd.
Bij gebruik buitenshuis heeft de RTC-module een eigen behuizing nodig die voldoet aan
de technische specificaties.
Wisselstroom kan het gelijkstroomsysteem onherroepelijk beschadigen en daarmee de veiligheid
van de gebruiker in gevaar brengen. Sluit nooit een wisselstroomspanning aan op het 24 V
gelijkstroommodel.
Tabel 1Voedingsspanning van de RTC-module
Voltage
Aanbevolen zekering
Met optie 110–230 V
Opmerking: Een externe deactiveringsschakelaar wordt voor alle installaties aanbevolen.
Er zijn twee aansluitingen voor de doseerpomp:
•
Stroomlussignaal van 0/4 tot 20 mA voor analoge activering van pompen met
frequentieomvormers.
•
24 V-uitgang voor de activering van pompen zonder frequentieomvormers of lager
dan het analoge aanpassingsbereik in de puls-/pauzemodus.
Opmerking: In het geval van analoge activering moet het ook mogelijk zijn de pomp uit te
schakelen via de digitale uitgang!
G E VA A R
V O O R Z I C H T I G
V O O R Z I C H T I G
WA A R S C H U W I N G
24 V DC (–15% / +20%), max. 25 W
C2
110–230 VAC, 50-60 Hz, circa 25 VA
13