Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Terug Naar Start Navigeren; Stoppen Met Navigeren; Een Locatie Projecteren; Locaties Bewerken - Garmin Edge 1000 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Edge 1000:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
Geef de coördinaten op en selecteer
3
Volg de instructies op het scherm naar uw bestemming.

Terug naar start navigeren

Tijdens een rit kunt u op ieder gewenst moment terugkeren naar
het startpunt.
1
Maak een rit
(Een rit
maken).
2
Tik tijdens uw rit ergens op het scherm om de timer-overlay
weer te geven.
3
Selecteer
> Waarheen? > Terug naar start.
4
Selecteer Langs dezelfde route of Meest directe route.
5
Selecteer RIT.
Het toestel navigeert terug naar het startpunt van uw rit.

Stoppen met navigeren

1
Tik zo nodig op het scherm om de timer-overlay weer te
geven.
2
Blader naar de kaart.
3
Selecteer
>
.

Een locatie projecteren

U kunt een nieuwe locatie maken door de afstand en peiling te
projecteren vanaf een gemarkeerde locatie naar een nieuwe
locatie.
1
Selecteer in het startscherm Waarheen? > Opgeslagen >
Locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer de informatie over de locatie boven in het scherm.
4
Selecteer
> Projecteer locatie.
5
Geef de afstand en de peiling op voor de geprojecteerde
locatie.
6
Selecteer
.

Locaties bewerken

1
Selecteer in het startscherm Waarheen? > Opgeslagen >
Locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer de informatiebalk boven in het scherm.
4
Selecteer
.
5
Selecteer een kenmerk.
Selecteer bijvoorbeeld Wijzig hoogte om een bekende
hoogte voor de locatie op te geven.
6
Voer de nieuwe informatie in en selecteer

Een locatie verwijderen

1
Selecteer in het startscherm Waarheen? > Opgeslagen >
Locaties.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer de informatie over de locatie boven in het scherm.
4
Selecteer
> Wis locatie >

Een route plannen en rijden

U kunt een aangepaste route maken en rijden. Een route
bestaat uit een serie via-punten of locaties die u naar uw
bestemming leidt.
1
Selecteer in het startscherm Waarheen? > Routeplanner >
Voeg eerste locatie toe.
2
Selecteer een optie:
• Als u een opgeslagen locatie wilt selecteren, selecteert u
Opgeslagen en kiest u een locatie.
• Als u een locatie wilt selecteren waarnaar u onlangs hebt
gezocht, selecteert u Recent gevonden en kiest u een
locatie.
Navigatie
.
.
.
• Als u een positie op de kaart wilt selecteren, selecteert u
Kaart gebruiken en selecteert u een locatie.
• Als u een nuttig punt wilt zoeken of selecteren, selecteert
u Categorieën nuttige punten en selecteert u een nuttig
punt in de buurt.
• Als u een stad wilt selecteren, selecteert u Steden en
kiest u een nabijgelegen stad.
• Als u een adres wilt selecteren, selecteert u Adres en
voert u het adres in.
• Als u coördinaten wilt gebruiken, selecteert u
Coördinaten en voert u de coördinaten in.
3
Selecteer Gebruik.
4
Selecteer Voeg volgende locatie toe.
5
Herhaal de stappen 2–4 totdat u alle locaties voor de route
hebt geselecteerd.
6
Selecteer Route weergeven.
Het toestel berekent uw route en vervolgens wordt er een
kaart van de route weergegeven.
TIP: Selecteer
om een hoogteprofiel van de route te
bekijken.
7
Selecteer RIT.

Een rondreis maken

Het toestel kan een rondreis maken op basis van een
opgegeven afstand en startlocatie.
1
Selecteer in het startscherm Waarheen? > Rondreis
plannen.
2
Selecteer Afstand en voer de totale afstand van de route in.
3
Selecteer Startlocatie.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Huidige locatie.
OPMERKING: Als het toestel geen satellietsignalen
ontvangt waarmee uw huidige locatie kan worden
bepaald, vraagt het toestel u om de laatst bekende locatie
te gebruiken of om een locatie te selecteren op de kaart.
• Selecteer Kaart gebruiken als u een locatie op de kaart
wilt selecteren.
5
Selecteer Zoeken.
TIP: Selecteer
om opnieuw te zoeken.
6
Selecteer een route om deze op de kaart weer te geven.
TIP: Selecteer
en
om de overige routes weer te geven.
7
Selecteer RIT.

Route-instellingen

Selecteer
> Activiteitenprofielen, selecteer een profiel en
selecteer Navigatie > Routering.
Routemodus: Hiermee kunt u een activiteit selecteren
waarmee het toestel uw route berekent
selecteren voor
routeberekening).
Berekeningswijze: Hiermee kunt u de berekeningsmethode
selecteren om uw route te optimaliseren.
Zet vast op weg (vereist navigatiekaarten): Zet het
positiepictogram, dat uw positie op de kaart aangeeft, vast
op de dichtstbijzijnde weg.
Te vermijden instellen (vereist navigatiekaarten): Hiermee
kunt u het wegtype instellen dat u wilt vermijden.
Herberekenen (vereist navigatiekaarten): Hiermee kunt de
herberekeningsmethode selecteren wanneer u afwijkt van de
route.

Een activiteit selecteren voor routeberekening

U kunt het toestel de route laten berekenen op basis van het
activiteittype.
(Een activiteit
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave