Privacybescherming inschakelen
1
Raak op het startscherm
2
Onder Alles raakt u Beveiliging aan.
3
Raak Privacybescherming > Laten we van start gaan aan.
4
Selecteer een wachtwoordtype.
5
Volg de instructies op het scherm voor het invoeren van het eigenaarswachtwoord en
het gastwachtwoord.
Nadat privacybescherming is ingeschakeld, geeft het invoeren van uw
eigenaarswachtwoord toegang tot alle inhoud van uw telefoon. Het invoeren van het
gastwachtwoord geeft toegang tot niet-beveiligde inhoud.
Privégegevens instellen
1
Raak op het startscherm
2
Onder Alles raakt u Beveiliging aan.
3
Raak Privacybescherming aan.
4
Voer het eigenaarswachtwoord in en raak vervolgens Volgende aan.
5
Stel onder Privégegevens instellen uw privécontactpersonen, -albums en -apps in.
Privacybescherming uitschakelen
1
Raak op het startscherm
2
Onder Alles raakt u Beveiliging aan.
3
Raak Privacybescherming aan.
4
Voer het eigenaarswachtwoord in en raak vervolgens Volgende aan.
5
Schakel Privacybescherming uit.
Nadat privacybescherming is uitgeschakeld, fungeert het eigenaarswachtwoord als
wachtwoord voor schermontgrendeling en wordt het gastwachtwoord ongeldig.
Instellingen aan.
Instellingen aan.
Instellingen aan.
Telefooninstellingen
92