Montage
Accu laden
Gebruik altijd accupack LBP-560-100/LBP-560-200 en laad het gereedschap uitsluitend op met oplader LCJQ-560.
Houd de oplader en de accu uit de buurt van vocht en alle vloeistoffen.
Gebruik de lader niet op een gemakkelijk ontvlambaar oppervlak (zoals papier, textiel) of in een gemakkelijk ontvlam-
bare omgeving met een groot brandgevaar.
De lader niet bedekken. Bedekking van de lader verhindert de koeling.
Gebruik de lader niet in omgevingen met een explosieve atmosfeer, bijvoorbeeld in de aanwezigheid van ontvlam-
bare vloeistoffen, gassen of stof. Laders kunnen vonken produceren die stof of dampen kunnen doen ontbranden -
er is gevaar voor een explosie.
Sluit de lader uitsluitend op de op het plaatje vermelde netspanning en frequentie.
Sluit de lader uitsluitend aan op een gemakkelijk toegankelijke wandcontactdoos.
Stop nooit een object in de koelsleuven van de accupack of de lader.
Gebruik of laad nooit een defect, beschadigd of vervormd accupack of lader.
De accupack mag niet vallen of worden geopend of beschadigd.
Als de accu beschadigd is of onjuist wordt gebruikt, kan de accu vloeistof lekken; voorkom contact met de huid. In
het geval van onverhoeds contact dient u de aangedane huid met ruim water en zeep te reinigen. Indien vloeistof in
de ogen komt, mag u niet wrijven. Spoel de ogen ten minste 15 minuten met ruim water uit. Raadpleeg ook een arts.
Overbrug de contactpunten van de accupack of de lader (kortsluiten) niet met metalen objecten.
Bescherm de accu tegen direct zonlicht, warmte en open vuur, en gooi de accu nooit in het vuur; hierdoor ontstaat
explosiegevaar.
Wanneer u rook of vuur in de lader ziet, dient u deze onmiddellijk los te koppelen van de wandcontactdoos.
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet u de stekker onmiddellijk loskoppelen van de voeding om gevaar voor
een elektrische schok te vermijden.
Stel de accupack niet bloot aan microgolven of hoge druk.
Beveilig het apparaat tegen onbedoeld starten. Verwijder de accupack voordat u het apparaat vervoert of opslaat.
Gebruik geen metalen doos om accu's in te vervoeren.
Om het gevaar voor struikelen te beperken, plaatst en markeert u het aansluitsnoer zodanig dat het niet beschadigd
kan raken of anderen in gevaar kan brengen.
OPMERKING
De accu is in de fabriek gedeeltelijk opgeladen en dient voor het eerste gebruik volledig opgeladen te worden.
Laad de accu op wanneer deze onvoldoende vermogen levert voor bediening van het gereedschap of wanneer de acculamp-
jes een lage acculading aangeven.
1. Lader
2. Accu
WAARSCHUWING
3. Koelsleuven
4. LED op de lader
Voordat u begint
Voordat u begint
1.
Steek het stroomsnoer van de adapter in het stopcontact.
2.
Lijn de ribbels op de accu uit met de groeven in de lader, en
schuif de accu in de lader.
3.
Tijdens normaal opladen knippert de LED op de lader conti-
nu GROEN.
BELANGRIJK
Als de lader een storing detecteert, knippert de LED ROOD.
Neem de accu uit de lader, maak de contacten vrij en plaats
de accu weer in de lader. Als de temperatuur van de accu
buiten het toelaatbare temperatuurbereik (0 °C tot 60 °C) is,
blijft de LED ROOD branden.
15