Reiniging van de vuurpot
Tijdens het normale bedrijf in de werkmodus, wordt met door parameter Pr03 vastgestelde tussenpozen en gedurende de met parameter Pr12 ingestelde tijd de
modus "REINIGING VUURPOT" geactiveerd.
Uitschakeling van de kachel
Om de kachel uit te schakelen is het voldoende om toets P4 ongeveer 2 seconden ingedrukt te houden. De schroef wordt onmiddellijk gestopt en de
rookgasventilator wordt naar hoge snelheid gebracht. De fase van EINDREINIGING wordt uitgevoerd.
De werking van de rookgasventilator wordt uitgeschakeld na het verstrijken van de tijd Pr39 nadat de temperatuur van de rookgassen tot onder de waarde van
parameter Pr13 is gedaald.
Uitgeschakelde kachel
Op het display verschijnt het opschrift OFF. De rookgasventilator stopt.
Opnieuw inschakelen van de kachel
De kachel kan pas opnieuw worden ingeschakeld nadat de temperatuur van de rookgassen tot onder de waarde van Pr13 is gedaald en de veiligheidstijd van Pr38
is verstreken.
WAT GEBEURD ER ALS...:
De pellets geen vlam vatten
In geval van een mislukte ontsteking wordt het alarmbericht GEEN ONTSTEKING weergegeven.
Er een stroomonderbreking is (black-out)
Pr48 = 0
Na een uitval van de elektriciteit gaat de kachel bij het herstel van de werking over naar de status EINDREINIGING en wacht hij tot de temperatuur van de
rookgassen is gedaald naar een waarde lager dan Pr13.
Pr48 = T seconden
Na een stroomonderbreking doen zich de volgende mogelijkheden voor, afhankelijk van de status waarin de kachel zich bevindt:
vorige status
uitgeschakeld
inschakeling
lading pellets zonder voorlading
lading pellets met voorlading
wacht vlam
werking
reiniging vuurpot
doven
In alle gevallen waar de duur van de black-out groter is dan T wordt de kachel uitgeschakeld.
Indien zich een storing van de werking voordoet, zal de kaart ingrijpen en de opgetreden onregelmatigheid signaleren en, afhankelijk van het type alarm, met
verschillende modi handelen. De volgende alarmen kunnen zich voordoen:
Oorzaak van het alarm
Sonde temperatuur rookgassen
Oververhitting rookgassen
Mislukte ontsteking
Uitschakeling tijdens de werkfase
Geen elektriciteitsvoorziening
Veiligheids-drukregelaar schroef
Thermostaat algemene beveiliging
Defecte rookgasventilator
Elke alarmsituatie veroorzaakt de onmiddellijke uitschakeling van de kachel.
De alarmstatus wordt bereikt na de tijd Pr11 en kan gereset worden met de toets P4.
Alarm sonde rookgastemperatuur
Doet zich voor in geval van een defect of loskoppeling van de sonde voor de detectie van de sonde. Tijdens de alarmsituatie voert de kachel de
uitschakelingsprocedure uit.
Alarm oververhitting rookgassen
Treedt op in geval de rookgassonde een temperatuur boven de 280°C detecteert. Het display toont het bericht ALARM HOT TEMP.
Tijdens het alarm wordt onmiddellijk de uitschakelingsprocedure uitgevoerd.
Alarm mislukte ontsteking.
Treedt op indien de ontstekingsfase mislukt. De uitschakelingsprocedure wordt onmiddellijk gestart.
Alarm uitschakeling tijdens de werkfase
Als de vlam tijdens de werkfase dooft en de rookgastemperatuur onder de minimale drempelwaarde daalt (parameter Pr13), wordt het alarm ALARM NO FIRE
geactiveerd. De uitschakelingsprocedure wordt onmiddellijk geactiveerd.
Alarm veiligheids-drukregelaar schroef
In geval de drukregelaar (depressiemeter) een druk detecteert die lager is dan de drempelwaarde, grijpt de drukregelaar in om de voeding van de schroef te
onderbreken (in serie geschakeld met de voeding van de drukregelaar) en tegelijkertijd kan de regelmodule, door middel van de klem AL 2 in CN4, deze
statuswijziging verwerven. De melding ALARM DEP FAIL wordt weergegeven en het systeem wordt gestopt.
gedurende black-out
willekeurig
< T
< T
willekeurig
< T
< T
< T
< T
09. ALARMEN KACHEL HYDRO
Weergave display
ALARM SOND FUMI
ALARM HOT TEMP
ALARM NO FIRE
ALARM NO FIRE
COOL FIRE
ALARM DEP FAIL
ALARM SIC FAIL
ALARM FAN FAIL
nieuwe status
uitgeschakeld
inschakeling
lading pellets
doven
wacht vlam
werking
reiniging vuurpot
doven
24