Inhoudsopgave
Advertenties
Onder de SET wordt de kachel weer ingeschakeld.
De kachel houdt op geen enkele wijze rekening met de door de omgevingssonde van de kachel gedetecteerde temperatuur.
De watertemperatuur heeft de prioriteit.
Modus 3
OP BASIS VAN DE THERMOSTAAT EN DE WATERTEMPERATUUR
Na de instelling van de watertemperatuur moet de werkfase van de kachel geactiveerd worden.
1-
Bij open thermostaat gaat de kachel over naar modulatie en vervolgens naar stand-by.
2-
Bij gesloten thermostaat functioneert de kachel in de werkfase.
Wanneer de Set watertemperatuur benaderd wordt, gaat de kachel over tot de modulatie en blijft hij zo. De stand-by wordt alleen geactiveerd wanneer de
thermostaat het contact opent. De kachel wordt weer ingeschakeld wanneer de thermostaat het contact sluit.
De kachel houdt op geen enkele wijze rekening met de door de omgevingssonde van de kachel gedetecteerde temperatuur.
De thermostaat heeft de prioriteit.
Menu 05 – MODUS ZOEMER:
Wanneer hier "OFF" wordt ingesteld, wordt het geluidssignaal gedeactiveerd.
Menu 06 – ACTIVERING VENTILATOR:
De CV-pelletkachels met ingebouwde omgevingsventilator hebben dit menu. Met dit menu kan de omgevingsventilator worden in- en uitgeschakeld. Het vermogen
van de ventilator is vooraf ingesteld op basis van het bedrijfsvermogen van de kachel.
Menu 07 – EERSTE LADING:
Deze functie is belangrijk wanneer de kachel nieuw is of wanneer de kachel is uitgegaan als gevolg van een gebrek aan pellets in het reservoir.
DE EERSTE ONTSTEKING MOET DOOR BEVOEGD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD EN NIET DOOR DE GEBRUIKER.
NEEM CONTACT OP MET HET SERVICECENTRUM EN VRAAG OM EEN GESPECIALISEERDE TECHNICUS.
Hiermee kan, bij uitgeschakelde en koude kachel, gedurende een tijd van 90'' een voorlading van pellets worden verricht. De functie wordt gestart met toets P1 en
onderbroken met toets P4.
Menu 08 – STATUS KACHEL:
Weergave van de huidige status van de kachel door de status van de verschillende met de kachel verbonden eenheden te tonen. Er zijn meerdere pagina's ter
beschikking die achtereenvolgend worden weergegeven.
Hieronder wordt de normale werking beschreven van de correct op een heteluchtkachel geïnstalleerde regelmodule, onder verwijzing naar de voor de gebruiker
beschikbare functies. De onderstaande aanwijzingen verwijzen naar de met de optie chronothermostaat uitgeruste regelmodule.
Inschakeling van de kachel
Controleer of het reservoir pellets bevat, of de vuurpot correct geplaatst is, geen verbrandingsresten bevat en sluit vervolgens de deur.
Houd voor de inschakeling van de kachel de toets P4 enkele seconden ingedrukt. De plaatsgevonden inschakeling wordt op het display gesignaleerd.
Startfase
De kachel voert op volgorde de startfasen uit, in overeenkomst met de in de parameters bepaalde modi die de niveaus en de timing ervan controleren. Op het
display wordt het opschrift ONTSTEKING weergegeven, er worden geen pellets geladen, maar u hoort dat de rookgasventilator functioneert. Vervolgens verschijnt
het opschrift LADEN PELLETS en worden de pellets in de vuurpot geladen. Nadat de pellets beginnen te branden en de temperatuur van de rookgassen stijgt,
wordt op het display het opschrift VLAM AANWEZIG weergegeven, een tussenfase tussen de ontsteking en de werkfase.
Mislukte ontsteking
Als de rookgastemperatuur na het verstrijken van de tijd van Pr01 niet de minimaal toelaatbare waarde van parameter Pr13 heeft bereikt, bereikt met een vermogen
van 2°C/min, gaat de kachel over naar de alarmstatus.
Indien de vuurpot onverbrande pellets bevat, moet deze eerst worden leeggemaakt alvorens de kachel in te schakelen. Op deze manier wordt verspilling van
pellets en mogelijke ontploffingen in de verbrandingskamer voorkomen.
In geval de pellets vlam hebben gevat maar toch het alarm MISLUKTE ONTSTEKING verschijnt, moet gewacht worden tot alle pellets verbranden, om vervolgens
de inschakeling te herhalen.
Controleer in ieder geval of het reservoir pellets bevat.
Werking kachel
Wanneer de startfase op positieve wijze beëindigd is, gaat de kachel over naar de modus WERK, de normale bedrijfsmodus.
Als de temperatuur van de ketel gelijk is aan die van het ingestelde vermogen, wordt de pomp ingeschakeld.
Wijziging van de instelling van de omgevingstemperatuur
Gebruik voor de wijziging van de omgevingstemperatuur de toets P2. Het display toont de huidige status van de SET temperatuur.
Wijziging van de instelling van de temperatuur van de CV-pelletkachel
Gebruik voor de wijziging van de omgevingstemperatuur de toets P1. Het display toont de huidige status van de SET temperatuur.
Gebruik van de externe thermostaat/chronothermostaat
Indien men een externe omgevingsthermostaat wenst te gebruiken moet men deze aansluiten op de klemmen TERM (connector CN7 pin 7-8).
Externe thermostaat
Externe chronothermostaat
De activering van de kachel vindt plaats met de ingeschakelde kachel bij het sluiten van het contact.
De omgevingstemperatuur bereikt de ingestelde temperatuur (SET temperatuur)
Wanneer de omgevingstemperatuur de ingestelde waarde heeft bereikt, of de temperatuur van de rookgassen de waarde van Pr13 bereikt, wordt het
verwarmingsvermogen automatisch teruggebracht naar de minimale waarde, conditie MODULATIE.
Indien de STAND-BY modus geactiveerd is, zal de kachel uitschakelen met een vertraging zoals bepaald met Pr44, na het bereiken van de SET temperatuur.
De herstart vindt plaatst nadat zich de volgende voorwaarde heeft voorgedaan: Tomgeving > (TSET + Pr43)
Dezelfde situatie wordt verkregen wanneer de temperatuur van de CV-pelletkachel de ingestelde temperatuur bereikt. De status modulatie wordt geactiveerd en,
indien voorzien, de STAND-BYMODUS.
23
08.3 FUNCTIES VOOR DE GEBRUIKER
Advertenties
Inhoudsopgave
