Installeren, instellen en configureren
3
Voer de PSK in.
Opmerking: De PSK is het wachtwoord.
Opmerkingen:
•
U kunt deze instellingen ook wijzigen met het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > SSID .
•
U kunt deze instellingen ook wijzigen met het bedieningspaneel van de printer. Ga naar: Instellingen >
Netwerk/poorten > Wi-Fi Direct > instellen PSK .
Het Wi-Fi-netwerk uitschakelen
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar op sommige printermodellen.
1
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
Instellingen > Netwerk/poorten > Netwerkoverzicht > Actieve adapter > Standaardnetwerk
Voor printermodellen zonder aanraakscherm drukt u op
2
Volg de aanwijzingen op de display.
Status van de printerconnectiviteit controleren
1
Pagina met netwerkinstellingen afdrukken.
Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Rapporten > Netwerk > Pagina Netwerkinstellingen
Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op
2
Controleer het eerste gedeelte van de pagina om te zien of bij Status wordt aangegeven dat de printer is
aangesloten.
Als bij Status wordt aangegeven dat de printer niet is aangesloten, is het mogelijk dat het LAN-aansluitpunt
niet actief is of dat de netwerkkabel niet is aangesloten of niet goed functioneert. Neem contact op met uw
beheerder voor ondersteuning.
De SMTP-server configureren
Opmerking: Op sommige printermodellen kan deze instelling alleen worden geconfigureerd via de
Embedded Web Server.
Vanaf het bedieningspaneel
1
Blader op het bedieningspaneel naar:
Instellingen > Apparaat > Berichten > Instellingen e-mailmeldingen > E‑mailconfiguratie
2
Configureer de instellingen.
Vanuit de Embedded Web Server
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
om door de instellingen te navigeren.
om door de instellingen te navigeren.
31