Installeren, instellen en configureren
•
Wanneer u een pas scant, zorgt u ervoor dat de scanresolutie voor kleur niet meer dan 200 dpi is en
voor zwart-wit niet meer dan 400 dpi.
•
Wanneer u meerdere passen scant, zorgt u ervoor dat de scanresolutie voor kleur niet meer dan 150
dpi is en voor zwart-wit niet meer dan 300 dpi.
3
Pas de wijzigingen toe.
Opmerking: U hebt een printer met een vaste schijf of intelligent opslagstation nodig om meerdere passen
te scannen.
Display Customization gebruiken
Doe vóór het gebruik van de toepassing het volgende:
•
Klik in de Embedded Web Server op Apps > Display Customization > Configureren.
•
Hiermee worden de schermbeveiligings-, diavoorstellings- en achtergrondinstellingen in-/uitgeschakeld en
geconfigureerd.
Afbeeldingen voor schermbeveiliging en diavoorstelling beheren
1
Vanuit het gedeelte Afbeeldingen schermbeveiliging en diavoorstelling kunt u een afbeelding toevoegen,
bewerken of verwijderen.
Opmerkingen:
•
U kunt maximaal 10 afbeeldingen toevoegen.
•
Indien ingeschakeld, worden de statuspictogrammen weergegeven op de schermbeveiliging
wanneer er fouten, waarschuwingen, of cloud-meldingen zijn.
2
Pas de wijzigingen toe.
De achtergrondafbeelding wijzigen
1
Raak Achtergrond wijzigen aan op het beginscherm.
2
Selecteer de gewenste afbeelding.
3
Pas de wijzigingen toe.
Een diapresentatie afspelen vanaf een flashstation
1
Plaats een flash-station in de USB-poort.
2
Raak in het beginscherm Diavoorstelling aan.
Afbeeldingen verschijnen in alfabetische volgorde.
Opmerking: U kunt het flashstation verwijderen nadat de diavoorstelling is gestart, maar de afbeeldingen
worden niet opgeslagen in de printer. Als de diavoorstelling stopt, plaatst u het flashstation opnieuw om
de afbeeldingen weer te geven.
Klantenondersteuning gebruiken
Opmerkingen:
•
Deze toepassing wordt alleen op sommige printermodellen ondersteund. Zie
toepassingen' op pagina 22
voor meer informatie.
'Ondersteunde
24