Installeren, instellen en configureren
Instellen van het Scancentrum
1
Raak in het startscherm Scancentrum aan.
2
Selecteer en maak een bestemming en configureer vervolgens de instellingen.
Opmerkingen:
•
Zorg er bij het maken van een netwerkbestemming voor dat u de instellingen valideert en aanpast
totdat er geen fouten optreden.
•
Alleen bestemmingen gemaakt met de Embedded Web Server worden opgeslagen. Raadpleeg de
documentatie bij de oplossing voor meer informatie.
3
Pas de wijzigingen toe.
Snelkoppeling maken
1
Raak in het startscherm Shortcut Center aan.
Opmerking: Het pictogram en de naam zijn mogelijk gewijzigd. Neem contact op met de beheerder voor
meer informatie.
2
Selecteer een printerfunctie en raak vervolgens Snelkoppeling maken aan.
Opmerking: De functie voor beveiligde e-mail wordt niet ondersteund.
3
Configureer de instellingen en raak vervolgens Opslaan aan.
4
Typ een unieke naam voor de snelkoppeling.
Opmerking: Om te voorkomen dat namen worden afgebroken op het startscherm, typt u maximaal 25
tekens.
5
Raak OK aan.
De toepassing genereert automatisch een uniek snelkoppelingsnummer.
Opmerking: Om de snelkoppeling te starten, raakt u
snelkoppelingsnummer in.
Pas kopiëren instellen
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2
Klik op Apps > Pas kopiëren > Configureren.
Opmerkingen:
•
Controleer of Weergavepictogram is ingeschakeld.
•
Zorg ervoor dat de E-mailinstellingen en Netwerkshare-instellingen zijn ingesteld.
aan, raakt u # aan en voert u vervolgens het
23