inschakelt als er nog maar 120 liter van de boiler warmer is
dan 38 °C is.
9.2.1.3
Maximale tijd modus
Deze instelling schakelt de bijverwarming in als het
opwarmen te lang duurt.
9.2.1.4
Boostfunctie
Als er in korte tijd veel warm water wordt verbruikt, heeft de
warmtepompboiler een (door de gebruiker in te schakelen)
"boost"-functie die zorgt voor een snelle opwarming van het
water tot de gewenste temperatuur (bijvoorbeeld 50 °C) door
middel van de warmtepomp en de bijverwarming.
Deze functie schakelt uit zodra de ingestelde temperatuur is
bereikt (bijv. 50 °C).
9.2.2
Keuze van de bijverwarming (aroSTOR
VWL BM 290/4)
De warmwaterproductie kan worden verzorgd door
een verwarmingsketel, met behulp van de ingebouwde
warmtewisselaar. Om te profi teren van de intelligente
regeling en het optimale energieverbruik van de aroSTOR
VWL BM 290/4 , gaat u als volgt te werk:
∙ Verwijder de kap aan de bovenkant (zie hoofdstuk
"Demontage en montage van de kap").
∙ Schroef de zwarte beschermkap van de elektronische
printplaat los en verwijder de beschermkap.
∙ Sluit het potentiaalvrije contact aan met behulp
van een 2-draads kabel van 1,5 mm² (met metalen
aansluitingen) tussen de uitgang gemerkt "14-15" op de
elektronische printplaat van de warmtepompboiler en de
thermostaatingang van de verwarmingsketel.
De uitgang "Alarm" is niet geactiveerd, deze wordt
nu gebruikt als uitgang voor de besturing van de
verwarmingsketel.
De gebruiker heeft de mogelijkheid om te kiezen voor een
elektrische bijverwarming of voor de verwarmingsketel
(werking in de zomer of in de winter bijvoorbeeld).
Standaard is de elektrische bijverwarming geselecteerd.
Verklaring
1
Verwarmingsketel
∙ Zie vervolgens hoofdstuk "Keuze van de
bijverwarmingsketel" voor de noodzakelijke instellingen.
0020211478_00 - 02/15 - Vaillant
Ph
N
2
N
3
Ph
4
Ph
5
N
6
7
8
9
10
11
Ph
12
13
N
14
1
15
INSTALLATIEHANDLEIDING
Let op!
b
Risico op beschadiging van de elektroni-
sche printplaat.
Zet nooit 230 V op het contact van de
•
verwarmingsketel.
Meet de spanning vóór de aansluiting.
•
9.3
Instellingen [systeemparameters]
Afhankelijk van de confi guratie van de installatie, moeten
bepaalde parameters worden bijgesteld voor een optimale
werking van het apparaat.
∙ Raadpleeg de bedieningshandleiding voor het instellen
van de taal, de tijd en de programmering.
9.3.1
Toegang tot het installateursmenu
∙ Druk op de toets "MENU"
∙ Draai de draaiknop tot het scherm "INST. MENU" toont.
∙ Druk gedurende 3 sec. tegelijk op de toetsen "Instelling
klok" en "Menu" tot "PARAMETERS" verschijnt, de eerste
functie van het installateursmenu.
9.3.2
Instelling van de werkingsparameters
∙ Draai, in het menu "INSTALLATEUR", de draaiknop naar
"
".
PARAMETER
PA R AM E T ER
∙ Druk op de draaiknop
∙ Draai en druk op de draaiknop om de parameter te
selecteren
∙ Draai de draaiknop om de parameter te wijzigen
∙ Druk op de draaiknop om de waarde te bevestigen.
Parameter
Omschrijving
Interval van de
antilegionnel-
ANTI. LEG.
lacycli
Mate van
toelatingen bij
PROG.DALUUR
piekuren
Activering
bijverwarming
TEMP. MINI
min.
temperatuur.
Ventilatiemodus
VENT.MODUS
Max.
MAX. TIJD
verwarmingstijd.
∙ Druk op de toets "MENU" om terug te gaan naar het
beginscherm.
Eenheid
Bereik
Fabrieks-
instelling
Dagen
0 tot 99
0
0, 1
-
1
of 2
-
0 of 1
0
1, 2
-
1
of 3
uren
1 tot 24
24
- 19 -