∙ Druk op de draaiknop om de nieuwe instellingen te
bevestigen.
∙ Druk op de toets "MENU" om terug te gaan naar het
beginscherm.
4.1.11
Activering van de antilegionellamodus
Dit apparaat heeft een functie om legionellabesmettingen te
voorkomen.
In de antilegionellacyclus wordt de temperatuur in de boiler
gedurende twee uur verhoogd tot 60 °C.
De antilegionellafunctie kan worden ingeschakeld via het
installateursmenu.
∙ Neem voor het in- of uitschakelen van deze functie
contact op met uw installateur.
4.1.12
Bescherming van de installatie tegen
bevriezing
i
Opmerking
De "Bevriezingsbeveiliging" beschermt alleen
het apparaat zelf. Uw warme en koude leiding-
systemen worden niet door het apparaat
beschermd.
4.2
Controle- en
onderhoudswerkzaamheden
4.2.1
Schoonmaken
Let op!
b
Risico op beschadiging door gebruik
van verkeerde schoonmaakmiddelen.
Verkeerde schoonmaakmiddelen kunnen
de buitenkant, de leidingaccessoires of de
bedieningsinterface beschadigen.
Gebruik geen spuitbussen, oplosmiddelen
•
noch chloorhoudende schoonmaakmidde-
len.
∙ Maak de bekleding van het apparaat schoon met een
vochtige doek en een beetje zeepvrij schoonmaakmiddel.
4.2.2
Controle van de onderhoudsintervallen
a
Gevaar!
Risico op letsel en materiële schade
door verkeerd uitgevoerde onderhouds-
werkzaamheden of reparaties.
Verkeerd uitgevoerd onderhoud kan ern-
stige gevolgen hebben voor de veiligheid
van het apparaat en lichamelijk letsel ver-
oorzaken.
Voer nooit zelf onderhoud of reparaties
•
aan het apparaat uit.
Laat inspecties, onderhoud en reparaties
•
uitsluitend uitvoeren door een gekwalifi-
ceerde vakman en met de voorgeschre-
ven intervallen.
0020211478_00 - 02/15 - Vaillant
BEDIENINGSHANDLEIDING
Jaarlijks door een vakman uitgevoerd onderhoud vormt een
garantie voor een jarenlange goede werking en voor het
behoud van de prestaties van het apparaat.
Wij adviseren het onderhoud eenmaal per jaar te laten
uitvoeren, maar deze frequentie kan worden verhoogd als
de luchtkwaliteit, de plaatsing, het gebruik van het apparaat
enz. dat nodig maken.
∙ Raadpleeg een gekwalifi ceerde vakman om de
noodzakelijke onderhoudsfrequentie te bepalen.
∙ Het vervangen van onderdelen moet worden gedaan
door een gekwalifi ceerde vakman.
4.2.3
Controle van de afvoerleiding van het
condenswater en van de sifon
De afvoerleiding van het condenswater en de sifon mogen
niet verstopt zijn.
∙ Controleer regelmatig de afvoerleiding van het
condenswater en de sifon.
∙ Neem, in geval van een verstopping, contact op met een
gekwalifi ceerde vakman om het probleem te verhelpen.
4.3
Tijdelijk uitschakelen van het apparaat
∙ Neem, in geval van langdurige afwezigheid, wanneer de
elektrische voeding van de woning en van het apparaat
zijn onderbroken, contact op met een gekwalifi ceerde
vakman om de installatie af te tappen of te beschermen
tegen vorstschade.
5
Oplossen van storingen
In deze paragraaf staan de storingscodes die op het display
kunnen verschijnen met de oplossingen die de gebruiker
kan toepassen om het apparaat weer in gebruik te kunnen
nemen.
∙ De andere storingscodes moeten worden onderzocht
door een gekwalifi ceerde vakman.
Probleem
Controleer of:
- de gewenste temperatuur niet reeds
bereikt is.
- het apparaat wel elektrische voeding krijgt.
- het apparaat niet uit is (de groene diode
moet branden).
- het apparaat niet in de "vakantie"-modus
is.
- de temperatuur van de aangezogen lucht
De warmtepomp
of de omgevingstemperatuur niet lager is
werkt niet
dan -7 °C of hoger dan +35 °C.
- een tijdprogrammering niet in confl ict is
met de tijdelijke "piekuren" stroomafsluiting
- een geprogrammeerd tijdvenster de
werking niet verbiedt ("ECO"-symbool
brandt).
- geen enkele storing is weergegeven op het
scherm.
- 11 -