Weergave van de menuopbouw
Menu
Menupunt
1.
Activeren van de programmering
2.
Keuze van het menu
3.
4.
5. Bevestigen van de
menupuntkeuze
6. Instellen van gewenste waarde
7. Bevestigen van de
instelling
8. Navigeren naar het
volgende menupunt
of verlaat de
programmering
9. Programmering
verlaten
Keuze
Bevestigen van de
hoofdmenukeuze
Keuze van het
menupunt
Exit
Menu 3 basisinstellingen en eerste inbedrijfstelling
Instellen van de deureindposities (menupunten 30 en 31)
De bovenste en onderste eindpositie moeten direct na elkaar
worden ingesteld.
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 30 "Deurinstelling bovenste eindpositie", zodat
het getal 30 op het display knippert.
2.
Voor het vastleggen van de bovenste eindpositie, de
knop
ingedrukt houden, tot de deur volledig is geopend.
Mocht de deur in de verkeerde richting bewegen, moet
ð
een richtingsomkering worden ingeleid. Houd de
knop
5 seconden ingedrukt en herhaal daarna
stap 2.
3.
Na het instellen van de bovenste eindpositie moet de on-
derste eindpositie worden ingesteld. Verlaat het menu-
punt 30, door een keer op de knop
LED-display knippert 5 keer de decimale punt, waarmee de
invoer wordt bevestigd.
4.
Omschakelen naar het menupunt 31 "Deurinstelling onder-
ste eindpositie".
5.
Voor het vastleggen van de onderste eindpositie, de
knop
ingedrukt houden, tot de deur volledig is gesloten.
6.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
De deur moet veergecompenseerd zijn.
LET OP
Afhankelijk van de aandrijving moet de deur
veergecompenseerd zijn.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
WAARSCHUWING
deur
Zorg dat tijdens het instellen van de eindposities
geen sluitkant- of fotocelbewaking actief is.
Instellen 1/2 deuropening (menupunt 32)
Voor het instellen van een 1/2 deuropening, als volgt te werk
gaan:
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 32 "Deurinstelling 1/2 opening".
2.
Druk op de knop
gewenste positie heeft bereikt.
3.
Bevestig de invoer, voor het afsluiten van de instelling.
Fijninstelling deureindpositie boven (menupunt 33) en onder
(menupunt 34)
1.
Kies menu 3 "Basisinstellingen" bij de besturing en ga naar
menupunt 33 "Fijncorrectie bovenste eindpositie".
ð
De vooringestelde waarde 50 knippert op het LED-
display.
2.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
3.
De invoer bevestigen en omschakelen naar menupunt 34
"Fijncorrectie onderste eindpositie".
4.
Voor fijncorrectie zijn waarden van 0 tot en met 99 beschik-
baar. Waarden van 50 (fabrieksinstelling) tot en met 0 ko-
men overeen met 0 mm, tot en met ca. -80 mm. Waarden
van 50 tot en met 99 komen overeen met 0 mm, tot en met
ca. +80 mm.
T100 DES
te drukken. Op het
en houd deze ingedrukt, tot de deur de
NL - 75