Menu 7 DU-instellingen
Menu-
Invoer
Keuze
punt
71
Openingssnelheid
20 - 65 Toerental in omwentelingen / min.
30
Fabrieksinstelling
72
Sluitsnelheid
20 - 30 Toerental in omwentelingen / min
20
Fabrieksinstelling
73
Verhoogde sluitsnelheid
20 - 30 Toerental in omwentelingen / min
20
Fabrieksinstelling
74
Deurinstelling omschakelpunt [73] op [72]
75
Versnellingstijd open
10 - 30 x 0,1 s
20
Fabrieksinstelling
76
Versnellingstijd dicht
10 - 30 x 0,1 s
20
Fabrieksinstelling
77
Remtijd open
10 - 30 x 0,1 s
20
Fabrieksinstelling
78
Remtijd dicht
10 - 30 x 0,1 s
20
Fabrieksinstelling
- -
Menu beëindigen
Menu 9 servicemenu
Menu-
Invoer
Keuze
punt
90
Voorkeuze onderhoudscyclus deur
0
Geen service-interval (fabrieksinstelling)
1
1000 cycli
2
4000 cycli
3
8000 cycli
4
12000 cycli
5
16000 cycli
6
20000 cycli
7
25000 cycli
8
30000 cycli
9
35000 cycli
10
40000 cycli
11
45000 cycli
12
50000 cycli
91
Weergave cyclusteller deurcycli
96
Weergave bedrijfsurenteller – uren
97
Weergave foutgeheugen uren – foutcode
98
Weergave softwareversie – serienr. – prod.-datum
99
Resetten naar fabrieksinstellingen
5 s indrukken
- -
Menu beëindigen
80 - NL
7
Bediening
Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik
Tijdens het gebruik de volgende veiligheidsaanwijzingen opvol-
gen:
•
De bediener moet in de omgang met de besturing, resp. de
aangestuurde deurinstallatie zijn geïnstrueerd en vertrouwd
zijn met de van toepassing zijnde veiligheidsvoorschriften.
•
De voor de gebruikslocatie geldende lokale
ongevalpreventievoorschriften en algemene
veiligheidsbepalingen opvolgen.
•
Controleer de besturing en de aangesloten deurinstallatie
vóór gebruik op zichtbare gebreken.
•
Bij veiligheidsrelevante gebreken de deurinstallatie buiten
werking stellen en de alle gebreken melden aan de
verantwoordelijke leidinggevende.
•
Laat gebreken onmiddellijk verhelpen.
•
Wijzigt het gedrag van de deurinstallatie tijdens gebruik,
schakel deze dan direct uit. Het opnieuw in gebruik nemen
moet worden verhinderd. Breng de exploitant op de hoogte
van de verandering.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
VOORZICHTIG
deur
Personen kunnen bij het sluiten van de deur wor-
den aangestoten of botsen met de deur.
•
De deur moet zichtbaar zijn vanaf de bedie-
ningslocatie.
Functiebeschrijving voor deurbedrijf
De besturing maakt verschillende bedrijfsmodi mogelijk:
Dodeman OPEN / dodeman DICHT
Door indrukken en ingedrukt houden (dodemanfunctie) van de
knop
start de deurbeweging richting OPEN, tot de deureindpo-
sitie OPEN is bereikt of de deurbeweging door het loslaten van
de knop wordt gestopt. Het sluiten van de deur gebeurt door het
indrukken en ingedrukt houden (dodemansfunctie) van de
knop
, tot de deureindpositie is bereikt. Wordt de knop
dens het sluiten losgelaten, stopt de deur direct.
Puls OPEN / dodeman DICHT
Door kort indrukken van de knop
de deurbeweging richting OPEN, tot de deureindpositie OPEN is
bereikt of de deurbeweging door drukken op de knop
gestopt. Het opnieuw op de knop
voortzetten van de openingsbeweging. Het sluiten van de deur
gebeurt door het indrukken en ingedrukt houden (dodemansfunc-
tie) van de knop
, tot de deureindpositie DICHT is bereikt.
Wordt de knop
tijdens het sluiten losgelaten, stopt de deur di-
rect.
Puls OPEN / puls DICHT
Door kort indrukken van de knop
start de deurbeweging richting OPEN, tot de deureindpositie
OPEN is bereikt of de deurbeweging door drukken op de knop
wordt gestopt. Het kort drukken op de knop
ging in de richting DICHT, tot de eindpositie DICHT is bereikt.
Deze bedrijfsmodus vereist het installeren van een sluitkantbevei-
liging (menupunt 35). Activering van de sluitkantbeveiliging zorgt
tijdens de sluitbeweging voor het stoppen en een richtingsomke-
ring. Tijdens de openingsbeweging heeft de activering geen in-
vloed. Bij een defect kan de deur met de knop
ten.
T100 DES
tij-
of externe pulsgevers start
wordt
drukken, zorgt voor het
of een externe pulsgever
start de deurbewe-
worden geslo-