4.
Benaming aansluiting
J1
Start / puls-ingang (OPEN / STOP / DICHT)
J2
Veiligheidsfotocel 2- of 4-draads
J3
Sluitkantbeveiliging OSE / 8K2 / DW
J4
Noodstop, slapkabel, vergrendeling
J7
Sleutelschakelaar / trekschakelaar
J9
Digitale eindschakelaar
J10
Aansluiting besturingsuitbreiding
J11
Aansluiting draadloze ontvanger
J12
Antenne
J13
Folietoetsenbord
X1
Netaansluiting
X2
Netuitgang L, N (500 W / 230 V)
X3
Aardleidercontact
X5
Potentiaalvrij relais contact 1, deurstatusrelais
X6
Potentiaalvrij relais contact 2, deurstatusrelais
X7
Deuraandrijving
X8
24 V DC, max. 200 mA
5.
Netaansluiting
De besturing is met een CEE-stekker 16 A en ca. 1 m kabel aan-
sluitklaar bedraad volgens afb.
huisinstallatie via een op alle polen uitschakelende netscheidings-
inrichting ≥ 10 A volgens EN 12453. Zorg hierbij dat de netschei-
dingsinrichting na het installeren eenvoudig toegankelijk is.
Netaansluiting controleren
LET OP
•
Zorg dat in het gebouw een afzekering van
10 A aanwezig is.
•
Controleer of de netaansluiting op locatie
overeenkomt met de voorbedrade netaan-
sluiting van de besturing.
•
Mocht de netaansluiting afwijken, is het op-
nieuw bedraden van de besturing noodza-
kelijk.
6.
Motoraansluitleiding
a
Afb.
De motoraansluitleiding is voorgeproduceerd voor de mo-
tor en de digitale eindschakelaar DES. Het aansluiten gebeurt via
vast leidingwerk voor de motoraansluitleiding en wordt aangeslo-
ten op de betreffende stekkerverbindingen. Gebruik een digitale
eindschakelaar volgens PL c conform EN 13849-1 (DES3,
DES4).
b
Detail
veerbreukbeveiliging / afrolbeveiliging
Bij activering van een veerbreukbeveiliging moet de besturing
door een veerbreuk- of afrolbevestigingsschakelaar tegen her-
starten worden beveiligd. De schakelaars moeten als gedwongen
breekcontacten volgens EN 60947-5-1, bijlage K worden gebruikt.
De schakelaars worden bij vast leidingwerk aangesloten op de
klemmenstrook van de DES.
7.
Externe commandogever
Wordt een externe commandogever aangesloten op de aanslui-
ting J1 van de besturing, zijn de volgende varianten beschikbaar:
a
Afb.
Aansluiting op J1 voor externe commandogever met
OPEN, STOP en DICHT.
b
Afb.
Aansluiting op J1 voor externe commandogever met
OPEN en DICHT.
c
Afb.
Aansluiting op J1 voor externe commandogever met een
schakelvolgorde OPEN- STOP-DICHT
•
J1.3 - ½ deuropening
•
J1.4 - volledige deuropening
Menupunt 50 instellen op de waarde 1.
d
Afb.
Aansluiting op J7 voor externe commandogever met een
schakelvolgorde OPEN-DICHT
a
. De besturing aansluiten op de
Menupunt 50 instellen op de waarde 0 (fabrieksinstelling), zie ook
Functie sleutelschakelaar (optioneel) in hoofdstuk Bediening.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
VOORZICHTIG
deur
Personen kunnen bij het sluiten van de deur wor-
den aangestoten of botsen met de deur.
•
Monteer externe pulsgevers altijd in het
zicht van de deur.
•
De deur moet zichtbaar zijn vanaf de bedie-
ningslocatie.
8.
Fotocel
De fotocel aansluiten op basis van de volgende varianten:
a
Afb.
2-draadsfotocel LS2
b
Afb.
4-draadsfotocel LS5 met testen
c
Afb.
Reflectiefotocel
Kies daarna de betreffende fotocel bij menupunt 36.
Bij het kiezen van de waarde 3 "Fotocel ingebouwd in kozijn",
voert de besturing bij de volgende beweging richting DICHT een
inleerbeweging uit voor positieherkenning.
Deze inleerbeweging wordt op het LED-display gesignaleerd met
de waarde E10.
Inleerbeweging niet onderbreken
LET OP
De inleerbeweging mag niet worden gestoord,
om geen verkeerde positie te registreren.
9.
Deuraansluitdoos
a
Afb.
De deuraansluitdoos maakt het aansluiten van een sluit-
kantbeveiliging, loopdeurcontact en slapkabelschakelaar moge-
lijk. Het loopdeurcontact en de slapkabelschakelaar zijn elektrisch
in serie aangesloten en worden bewaakt door de besturing. Is
een loopdeur aanwezig, wordt het loopdeurcontact (model Entry-
sense 6k8) aangesloten op de deuraansluitdoos. Verwijder hier-
voor de 2 kohm-weerstand van de deuraansluitdoos, waar de En-
trysense op wordt aangesloten en sluit deze daar op aan. De En-
trysense is volgens PL c conform EN1 3849-1 gecontroleerd en
wordt bewaakt door de deurbesturing.
Als slapkabelschakelaars moeten gedwongen schakelaars vol-
gens EN 60947-5-1, bijlage K worden gebruikt. De voedingslei-
ding vanaf de deuraansluitdoos moet beschermd tegen beschadi-
gingen op het deurblad worden gelegd. Bij pulsbedrijf een sluit-
kantbeveiliging aansluiten en de betreffende instelling kiezen bij
menupunt 35. Door lang indrukken van de prog-knop
nupunt 35, wordt de gemeten weerstandswaarde van de 8k2-
sluitkant weergegeven. Voorbeeld: Waarde 82 betekent 8k2.
Door het kort drukken op de prog-knop
geannuleerd.
Knelgevaar en botsgevaar door sluitende
VOORZICHTIG
deur
Het drukgolfprofiel mag alleen worden gebruikt
met testen.
•
Kies hiervoor bij menupunt 35 de waarde 2.
10. STOP-circuit
a
Afb.
Aansluiting noodstop
De noodstop-schakelaar aansluiten op de aansluitklem J4.3/4.
b
Afb.
Aansluiting intrekbeveiliging
Ter bescherming tegen intrekking kan bij vast leidingwerk een in-
trekbeveiliging met analyse-eenheid worden aangesloten op het
veiligheidscircuit J4.3/4. De analyse-inrichting moet volden aan
PL c cat3 volgens EN 13849-1.
T100 DES
bij me-
wordt de weergave
NL - 73