7.2
Foutmeldingen (Stroombron)
Een lasapparaatfout wordt door een foutcode (zie tabel) op het display van de besturing
weergegeven. Bij een storing wordt de voeding uitgeschakeld.
De weergave van mogelijke foutnummers is afhankelijk van de uitvoering van het apparaat
(interfaces/functies).
•
Houd een documentatie bij van de optredende fouten van het lasapparaat en geef deze zonodig aan
het onderhoudspersoneel.
•
Treden er meerdere storingen op, dan worden deze achter elkaar weergegeven.
Foutmelding
E 0
E 4
E 5
E 6
E 7
E 9
E12
E13
E14
E15
E23
E32
E33
E34
E37
E40
E51
E55
E58
099-002058-EW505
19.03.2019
Mogelijke oorzaak
Startsignaal bij fout gezet
Temperatuurstoring
Netvoeding overspanning
Te lage netspanning
Fout in de elektronica
Secundaire te hoge spanning
Storing spanningsreductie (VRD)
Fout in de elektronica
Afregelfout van de
stroomregistratie
Storing van een van de elektrische
voedingsspanningen
Temperatuurstoring
Fout in de elektronica
Afregelfout van de
spanningsregistratie
Fout in de elektronica
Temperatuurstoring
Motorfout
Aardsluiting (PE-storing)
Uitval van een stroomfase
Kortsluiting in lasstroomcircuit
Verhelpen van storingen
Foutmeldingen (Stroombron)
Oplossing
Toortsknop resp. voetafstandsbediening niet
indrukken
Laat het apparaat afkoelen
Schakel het lasapparaat uit en controleer de
netspanning
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Schakel het lasapparaat uit, leg de
elektrodehouder op een geïsoleerde ondergrond
en schakel het lasapparaat weer in. Blijft de
storing bestaan, waarschuw dan de servicedienst
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Laat het apparaat afkoelen
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Schakel het lasapparaat uit, leg de
elektrodehouder op een geïsoleerde ondergrond
en schakel het lasapparaat weer in. Blijft de
storing bestaan, waarschuw dan de servicedienst
Schakel het apparaat uit en weer in.
Blijft de storing bestaan, waarschuw dan de
servicedienst
Laat het apparaat afkoelen
Draadtoevoeraandrijving controleren,
apparaat uit- en opnieuw inschakelen. Blijft de
storing bestaan, waarschuw dan de servicedienst
Verbinding tussen lasdraad en apparaathuis
Schakel het lasapparaat uit en controleer de
netspanning
Apparaat uitschakelen en de correcte installatie
van de lasstroomkabels controleren, bijv.:
elektrodehouder geïsoleerd wegleggen;
stroomleiding van de demagnetisering
loskoppelen.
47