7. Sluit het uiteinde van de voedingskabel aan op de lichtnetaansluiting aan de achterzijde van de monitor, en het andere
uiteinde op het stopcontact.
OPMERKING: raadpleeg de sectie LET OP! in deze handleiding voor de juiste voedingskabel.
8. Schakel de computer in en schakel vervolgens de monitor in door op de aan/uit-knop te drukken op het voorpaneel
(Illustratie E.1).
9. Bij de eerste installatie stelt de functie No-touch Auto Adjust (NTAA; automatische regeling zonder tussenkomst) de
monitor automatisch in op de meest optimale instellingen. Voor verdere aanpassingen gebruikt u de volgende OSD-
bedieningselementen:
• AUTO CONTRAST (Automatische contrastregeling - alleen analoge ingang)
• AUTO ADJUST (Automatische regeling - alleen analoge ingang)
Raadpleeg het gedeelte Bedieningselementen van deze gebruikershandleiding voor een volledige beschrijving van deze
OSD-besturingselementen.
OPMERKING: indien u problemen hebt, kunt u het gedeelte Problemen oplossen van deze gebruikershandleiding
raadplegen.
Beeldscherm hoger en lager zetten
U kunt de monitor hoger en lager, en in de stand staand of liggend zetten.
U zet het scherm hoger of lager door uw handen aan beide zijden van de monitor te plaatsen en het naar de gewenste hoogte
te schuiven (Illustratie RL.1).
OPMERKING: ga voorzichtig te werk wanneer u het beeldscherm hoger of lager zet.
Aan/uit-teken
Illustratie E.1
Illustratie RL.1
Nederlands-9