5 BEDIENING
5.6
Ventilatorregeling
De ventilator draait tijdens het opstarten van de machine en blijft slechts 10 minuten draaien als er
geen activiteit is.
Bij de Fabricator EM 401i: wanneer de lasstroom lager is dan 200 A, draait de ventilator op lage
snelheid. Als de lasstroom hoger wordt dan 200 A, draait de ventilator op hoge snelheid.
Bij de Fabricator EM 501i: wanneer de lasstroom lager is dan 300 A, draait de ventilator op lage
snelheid. Als de lasstroom hoger wordt dan 300 A, draait de ventilator op hoge snelheid.
Nadat het lassen is gestopt, blijft de ventilator nog 10 minuten draaien en schakelt de stroombron over
op de ruststand (energiebesparingsmodus).
5.7
Gebruik van de koeleenheid
VOORZICHTIG!
Belangrijk! Schakel de koeleenheid UIT bij MMA-lassen of bij het gebruik van luchtgekoelde
MIG/TIG-lastoortsen om versnelde slijtage van de pomp te voorkomen. Anders werkt de pomp
tegen een gesloten klep.
Schakel de koeleenheid IN bij gebruik van watergekoelde MIG-lastoortsen om schade aan de
kabelset te voorkomen.
5.8
Koelmiddelaansluitingen
Voor probleemloos bedrijf wordt een hoogte vanaf de koeleenheid tot de watergekoelde
MIG/MAG-toorts van 8,5 m aangeraden.
5.9
Drukregelaar koelmiddel
De pomp is voorzien van een ingebouwde overdrukklep. De klep opent geleidelijk wanneer de druk te
hoog wordt. Dit kan gebeuren als een slang gevouwen is, waardoor de stroom niet mogelijk is of stopt.
0446 455 201
- 24 -
© ESAB AB 2022