Werking van het bedieningspaneel
De sensortoetsen reageren op aanraking met de vingertoppen. U kunt een keuze maken
zolang de desbetreffende sensortoets verlicht is.
Een fel verlichte sensortoets betekent: "momenteel gekozen"
Een licht verlichte sensortoets betekent: "kan worden gekozen"
Sensortoetsen voor de droogtegraad
Als u met de programmakeuzeschakelaar een programma met droogtegraad heeft geko-
zen, licht de ingestelde droogtegraad op. De overige droogtegraden die kunnen worden
gekozen, zijn gedimd zichtbaar.
Droogtegraad
- Sensortoets = droogtegraad "Kastdroog+"
- Sensortoets = droogtegraad "Kastdroog"
- Sensortoets = droogtegraad "Strijkdroog"
- Sensortoets = droogtegraad "Mangeldroog"
Temperatuurstanden (TOP)
- Sensortoets = temperatuurstand "hoog"
- Sensortoets = temperatuurstand "midden"
- Sensortoets = temperatuurstand "laag"
- Sensortoets = temperatuurstand "koud"
Droogtegraden bij gebruik van een muntautomaat
- Sensortoets = temperatuurstand "hoog"
- Sensortoets = temperatuurstand "midden"
- Sensortoets = temperatuurstand "laag"
- Sensortoets = temperatuurstand "koud"
Indicatoren
- Controlelampje : licht op als het pluizenfilter moet worden gereinigd.
- Controlelampje : licht op als zich een storing in de luchtafvoerleiding voordoet.
- Controlelampje (alleen bij gasverwarmde apparaten): licht op wanneer de verwarming
actief is.
- Controlelampje (alleen bij apparaten met een betalingssysteem): licht op als het
geldbedrag is betaald.
- Tijdweergave : de resterende programmaduur wordt in uren en minuten weergege-
ven. De duur van de meeste programma's kan variëren, wat tot tijdsprongen kan leiden.
De duur is afhankelijk van verschillende parameters, zoals bijvoorbeeld van de hoeveel-
heid en het type wasgoed en het restvocht in het wasgoed. De adaptieve elektronica
past zich aan deze parameters aan en wordt steeds nauwkeuriger.
Bediening van de droger
17