Calomat 6E; Explosiegevaar - Siemens ULTRAMAT 23 Beknopte Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor ULTRAMAT 23:
- Beknopte bedieningshandleiding (21 pagina's) ,
- Beknopte bedieningshandleiding (24 pagina's) ,
- Beknopte bedieningshandleiding (30 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Veiligheidsaanwijzingen
2.2 Apparaten in explosieve zones
De maximaal toegestane meetgasdruk in de analysator is afhankelijk van de apparaatvariant en
wordt beschreven in hoofdstuk Technische gegevens (Pagina 41) onder het punt
'Voorwaarden gasingang'.
Installeer de gasanalysatoren ULTRAMAT 23 en CALOMAT 6E in een geschikte behuizing. Deze
behuizing moet voor het gebruik in zone 2 geschikt zijn en voldoen aan de eisen conform
EN 60079-7 en EN 60079-15.
Bovendien moet u door geschikte maatregelen ervoor zorgen, dat de storingsinvloeden tot niet
meer dan 40 % afwijking van de nominale spanning kunnen voeren.
Aan niet intrinsiek veilige stroomkringen in zone 2 mag u alleen bedrijfsmatig niet-
vonkafgevende apparatuur aansluiten. Deze apparaten moeten geschikt zijn voor gebruik in
explosieve zones van zone 2 en de plaatselijke condities van de installatieplaats.
Na alle installatie- en reparatiewerkzaamheden die betrekking hebben op het Containment
System, moet u eerst een dichtheidscontrole uitvoeren.
2.2.1
CALOMAT 6E
Explosiegevaar
Vaak of altijd ontbrandbare gasmengsel mogen niet ingevoerd worden.
Zelden of incidenteel ontbrandbare gasmengsels mogen alleen worden ingevoerd met
inachtneming van de bijzondere voorwaarden die in de bijbehorende certificaten aangegeven
zijn.
Installeer de gasanalysator CALOMAT 6E in een geschikte behuizing. Deze behuizing moet voor
het gebruik in zone 2 geschikt zijn en voldoen aan de eisen conform EN 60079-7 en
EN 60079-15. Behuizing en analysator moeten in samengebouwde toestand minimaal voldoen
aan de beschermingsgraad IP54 en moeten geschikt zijn voor alle omgevingsomstandigheden
die tijdens het gebruik kunnen optreden.
Zorg bij de inbouw in schakelkasten voor een luchtverversingssnelheid van ten minste 1/u door
middel van geschikte ventilatiemaatregelen.
Wanneer de meetgassen incidenteel explosief kunnen zijn, moet u geschikte vlamdempers in de
meetgastoe- en afvoerleiding inbouwen. Er kan worden afgezien van een vlamdemper op de
apparaatuitgang, wanneer het meetgas naar een niet explosiegevaarlijk bereik wordt
afgevoerd.
Garandeer dat er geen hogere absolute meetgasdrukken kunnen optreden dan 1,1 bar
(110 kPa).
14
GEVAAR
Beknopte bedieningshandleiding volgens EN 61010-1 en 60079-0
Beknopte bedieningshandleiding, 09/2018, A5E45779144006-01
Advertenties
Inhoudsopgave
