Montage
6
☞ Schroef op de positie van de slotgaten de moeren met
onderlegringen op de boutankers.
☞ Controleer of er tussen het plafond en de bovenkant van
de onderlegringen een afstand van ca. 6 mm is.
☞ Schuif de plafondaansluitplaat over de moeren van de
slotgaten.
☞ Draai de plafondaansluitplaat zo dat deze door de
moeren gedragen wordt.
☞ Controleer of de plafondaansluitplaat veilig hangt.
☞ Schroef bij de langgaten de moeren met onderlegringen
op de boutankers.
☞ Controleer of de plafondaansluitplaat parallel aan de
voorkant van de kookplaat uitgelijnd is.
☞ Draai de moeren met de schroefsleutel kruislings stevig
aan.
☞ Controleer of alle moeren stevig aangedraaid zijn.
De plafondaansluitplaat hangt geborgd en uitgelijnd aan het
plafond.
12
De Wieland-bus, de trekontlasting en de aardingskabel
kunnen aan beide kanten van de plafondaansluitplaat in de
voorgeboorde posities worden aangebracht.
D WAARSCHUWING!
Levensgevaar door elektrische schok!
Het aanraking van delen die onder stroom staan, kan tot
een elektrische schok, verbrandingen of de dood leiden.
☞ Zorg ervoor dat de elektrische voeding onderbroken is en
blijft.
☞ Let op de aangegeven spanning op het typeplaatje.
☞ Sluit de Wieland-bus aan op de stroomvoorziening ter
plaatse.
☞ Bevestig de Wieland-bus op de plafondaansluitplaat.
☞ Leg de kabel zo aan dat deze niet kan worden geknikt,
bekneld kan raken of kan worden beschadigd.
☞ Zorg ervoor dat na de montage de mogelijkheid bestaat,
alle polen van het apparaat van de elektrische voeding te
scheiden.
6006244_0 – 30.05.2022