12
ChargeMaster Plus 24/80-2, 24/110-2 – Gebruikers- en installatiehandleiding
Sluit de accutemperatuursensor aan op de
7
behuizing van accubank 1.
Plug de temperatuursensorkabel in de
temperatuursensoraansluiting ('Temp
sense').
Optie: sluit de ChargeMaster aan op het
8
CZone- of MasterBus-netwerk.
Toevoegen aan een CZone-netwerk
1 Koppel de backbone los bij de dichtstbijzijnde
backboneaansluiting en plaats een T-
verbinding.
2 Sluit de backboneaansluiting(en) weer aan
nadat de T-verbinding is geplaatst.
3 Sluit de RJ45-dropkabel CZone/MB aan op
de zwarte koppeling op de T-verbinding en
sluit hem vervolgens aan op de
ChargeMaster Plus.
Toevoegen aan een MasterBus-netwerk
1 Koppel een MasterBus-kabel of -terminator
los van het dichtstbijzijnde MasterBus-
apparaat en sluit die aan op de ChargeMaster
Plus.
2 Sluit de nieuwe MasterBus-kabel aan op het
andere MasterBus-apparaat en sluit hem
vervolgens aan op de ChargeMaster Plus.
Zorg ervoor dat het netwerk correct is afgesloten.
Wijzig indien nodig de DIP-switchinstellingen
9
met een kleine schroevendraaier. Zie
paragraaf 4.1.
Controleer alle bekabeling; zie ook
10
Afbeelding 3 voor de details van de
bekabeling. Als de bekabeling correct is
aangesloten: plaats de DC-zekeringen.
Sluit het aansluitcompartiment door de
11
schroeven vast te draaien.
Ga verder met paragraaf 3.9 voor de
12
ingebruikname van de ChargeMaster Plus.
3.9
Ingebruikname na de installatie
1
Controleer de bekabeling; plus aangesloten op plus
(rode kabels), min aangesloten op min (zwarte
kabels).
2
Als alle bekabeling in orde is, plaatst u de DC-
zekering(en) om de accu's aan te sluiten op de
ChargeMaster Plus.
WAARSCHUWING
Tijdens het plaatsen van deze zekering kan
er een vonk optreden, veroorzaakt door de
in
de
ChargeMaster
condensatoren. Dit kan gevaarlijk zijn, met
name
op
ventilatie. Gasvorming bij de accu's kan tot
explosiegevaar leiden. Zorg dat er geen
ontvlambaar materiaal in de buurt is.
3
Schakel de AC-stroomvoorziening in.
Opmerking: een nieuwe ChargeMaster Plus moet
eerst geactiveerd worden middels de MODE-knop om
te kunnen starten met laden. Zie stap 6.
4
Controleer de DIP-switchinstellingen. Zie paragraaf
DIP-switchinstellingen op pagina 13.
5
Controleer de instelling van de ChargeMaster Plus en
pas indien nodig aan met MasterAdjust (MasterBus
network) of met CZone Configuration Tool (CZone
network). Zie hoofdstuk INSTELLINGEN op pagina
13.
6
Wanneer de instellingen voldoen, houd de MODE
knop drie seconden ingedrukt om de lader in te
schakelen en het laadproces te starten.
Plus
aanwezige
plaatsen
met
onvoldoende