F3S-B
9. q Als er twee of meer eenheden worden gebruikt die dicht bij elkaar liggen, moeten ze zo
gemonteerd zijn dat onderlinge interferentie wordt voorkomen.
Schakel de stroom in van de F3S-B en controleer of de F3S-B goed werkt zoals hierna beschreven
bij stilstaande machine.
10. q De F3S-B zal normaliter gaan werken binnen 2 seconden na het inschakelen van de stroom.
Wanneer de beveiligingszone vrij is van obstructies, gaan de IR-stroomindicator (oranje) van de
zender en de AAN-toestandsindicator (groen) van de ontvanger branden.
11. q Er kan een proefstaaf worden gedetecteerd op elke willekeurige positie in de detectiezone. Met
andere woorden, de UIT-toestandsindicator (rood) op de ontvanger zal zo lang blijven branden als
de proefstaaf zich in de detectiezone bevindt.
Controlepunten voor detectie zijn:
(A) Beveiligingshoogte direct vóór de zender
(B) Beveiligingshoogte direct vóór de ontvanger.
(C) Beveiligingshoogte halverwege tussen de zender en ontvanger.
* Let erop dat u de juiste proefstaaf gebruikt: deze dient dezelfde diameter te hebben als de
optische resolutie van de te testen F3S-B.
12. q De externe-testfunctie kan in werking gesteld worden en de uitgangen worden kortstondig
uitgeschakeld indien de klem van de externe-testingang wordt aangesloten op een spanning van
17 VDC tot Vs.
Laat de machine werken en controleer of een gevaarlijk deel stopt in de hierna volgende
omstandigheden.
13. q Het gevaarlijke deel stopt binnen de berekende tijd wanner er een proefstaaf in de detectiezone
wordt gebracht direct vóór de zender, direct vóór de ontvanger en halverwege tussen de zender
en ontvanger.
14. q Het gevaarlijke deel blijft gestopt zolang als de proefstaaf zich in de detectiezone bevindt.
15. q Het gevaarlijke deel stopt wanneer de voeding van de F3S-B wordt uitgeschakeld.
16. q De totaal gemeten responsietijd van de machine is korter dan de berekende responsietijd.
30
(A)
Zender
(C)
(B)
Proefstaaf
Ontvanger