1. Gebruik een nieuwe probetip of zorg dat de probetip is gereinigd en ontsmet
voordat u hem in de testholte plaatst. Dit moet ervoor zorgen dat de probetip
de probetest niet beïnvloedt en dat de testholte niet verontreinigd raakt.
2. Plaats de probetip zonder oortip in de 2 cc-testholte.
3. Selecteer de probecontrolefunctie:
Vanuit Zodiac Diagnostic en Clinical - Stand-alone:
–
Druk op de knop
check).
De probecontrole start automatisch.
De probe wordt gecontroleerd op occlusie en lekkage. Als het resultaat van de
probecontrole een waarde van 1,9-2,1 mmho/cc/ml bij 226 Hz geeft, is de
probe in orde. Als dit niet zo is, raden we u aan om een admittantiekalibratie
uit te voeren.
Er kunnen extra probeadmittantiecontroles worden uitgevoerd. Zie MADSEN
Zodiac Referentiehandleiding.
In geval van een probefout
Als er een probefout optreedt, is de probe mogelijk verstopt of defect.
•
Reinig of vervang de probetip als die verstopt is.
•
Neem, als de probe defect is, contact op met een bevoegde serviceafdeling in verband met reparatie.
9
Technische specificaties
Type-identificatie
MADSEN Zodiac is type 1096 van Natus Medical Denmark ApS
Conformiteit meetsysteem
Probetoon:
Dynamisch probetoonniveau:
THD (Totale Harmonische Vervorming):
Otometrics - MADSEN Zodiac
Speciaal
(Special) en selecteer
226 Hz bij 85 dB SPL ± 3 dB
Het probetoonniveau wordt gecompenseerd in verband met variaties in
gehoorgangvolumes.
Het uitgangsniveau wordt verlaagd bij volumes < 1,7 ml
Het uitgangsniveau wordt verhoogd bij volumes > 2,3 ml
< 1% in 2 cc
Probecontrole
(Probe
Gebruiksaanwijzing
31