Gebruiksaanwijzing
8.2.3
De testholtes
Als een testholte verontreinigd raak, gebruik hem dan niet. Gooi hem weg en vervang hem door een nieuwe.
8.3
Kalibratie
Het apparaat en de probes zijn bij levering volledig gekalibreerd.
•
Het apparaat wordt in de fabriek gekalibreerd in dB SPL (Geluidsdrukniveau) of dB HL op basis van de gespecificeerde
referentie-equivalente drempelwaarden. dB HL is gerelateerd aan geluidsdrukniveaus, dB SPL = dB m.b.t. 20
•
De probekalibratiewaarden worden opgeslagen in het probesamenstel en volgen de probe. De probes kunnen meteen
worden gebruikt. Dit geldt ook voor de contralaterale inserttelefoon.
Probecontrole
De probe moet dagelijks worden gecontroleerd.
Zie
Probecontrole
Er kunnen extra probeadmittantiecontroles worden uitgevoerd. Zie MADSEN Zodiac Referentiehandleiding.
Opmerking
testen op een andere hoogte, een probecontrole uit om te verifiëren dat het systeem correct meet.
Jaarlijkse kalibratie
•
Het apparaat en de probe(s) moeten één keer per jaar worden gekalibreerd door een erkende serviceafdeling.
Waarschuwing
volgd.
8.4
Probecontrole
Om ervoor te zorgen dat de probe naar behoren functioneert, wordt het aanbevolen om aan het begin van elke dag een
probecontrole uit te voeren.
Let op
Reinig en ontsmet de probetip altijd voordat u hem in een testholte steekt.
•
Opmerking
testen op een andere hoogte, een probecontrole uit om te verifiëren dat het systeem correct meet.
30
►
30.
•
Voer bij wijzigingen in de testomgeving, bijvoorbeeld bij een toename van de vochtigheid of als u gaat
Regels en voorschriften van lokale overheden moeten, indien van toepassing, altijd worden opge-
•
•
Voer bij wijzigingen in de testomgeving, bijvoorbeeld bij een toename van de vochtigheid of als u gaat
µ
PA.
Otometrics - MADSEN Zodiac