De NFC-functie inschakelen
De NFC-functie is standaard ingeschakeld. Ga als volgt te werk om de NFC-functie in te schakelen, als de
NFC-functie niet is ingeschakeld:
1. Open het menu Start en klik vervolgens op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Vliegtuigstand.
2. Schakel de vliegtuigstand uit.
3. Schakel de NFC-functie in.
De computer met een NFC-kaart of NFC-smartphone koppelen
Zorg voor het volgende voordat u begint:
• Dat de kaart in NDEF-indeling (NFC Data Exchange Format) is, anders kan de kaart niet worden
gedetecteerd.
• Het smartphonescherm naar boven is gericht.
De NFC-kaart of de smartphone koppelen:
1. Plaats de NFC-kaart of de smartphone vlak boven het NFC-label, zoals afgebeeld. Lijn de kaart of de
smartphone met het midden van het NFC-label.
2. Beweeg de kaart of de smartphone langzaam rond het NFC-label. Houd de kaart of smartphone
vervolgens gedurende enkele seconden vast totdat u de melding krijgt dat de kaart of smartphone is
gedetecteerd.
De vliegtuigstand gebruiken
Als de vliegtuigstand is ingeschakeld, zijn alle functies voor draadloze communicatie uitgeschakeld.
Doe het volgende om de vliegtuigstand in- of uit te schakelen:
1. Open het menu Start.
2. Klik op Instellingen ➙ Netwerk en internet ➙ Vliegtuigstand.
3. Verschuif de knop voor de Vliegtuigstand om deze in of uit te schakelen.
.
Hoofdstuk 2
De computer gebruiken
27