• Probleem: De werkingsduur van een volledig opgeladen batterij wordt korter.
Oplossing: Ontlaad de batterij en laad hem opnieuw op. Als de werkingsduur van de batterij nog steeds
kort is, moet u een nieuwe batterij gebruiken.
• Probleem: De computer werkt niet terwijl de batterij volledig is opgeladen.
Oplossing: Mogelijk is de bescherming tegen overbelasting van de batterij geactiveerd. Zet de computer
een minuut uit om de bescherming te deactiveren. Daarna kunt u de computer weer aanzetten.
• Probleem: De batterij kan niet worden opgeladen.
Oplossing: Als de batterij te heet is, kan hij niet worden opgeladen. Als de batterij warm aanvoelt, haalt u
de batterij uit de computer en laat u deze afkoelen tot kamertemperatuur. Probeer hem daarna opnieuw
op te laden. Lukt het opladen dan nog steeds niet, laat de batterij dan nakijken.
Probleem met de netvoedingsadapter
Probleem: De netvoedingsadapter is aangesloten op de computer en de stekker zit in een werkend
stopcontact, maar het pictogram (een stekkertje) wordt niet afgebeeld in het systeemvak van Windows. Het
lampje van de netvoedingsadapter gaat ook niet branden.
Oplossing: Voer de volgende handelingen uit:
1. Controleer of de netvoedingsadapter correct is aangesloten. Zie 'De netvoedingsadapter gebruiken' op
pagina 22 voor instructies over het aansluiten van de netvoedingsadapter.
2. Als de aansluiting op de netvoedingsadapter in orde is, zet u de computer uit en ontkoppelt u vervolgens
de netvoedingsadapter. Sluit de voedingsadapter opnieuw aan op de computer en schakel de computer
in.
3. Breng de batterij weer aan, sluit de netvoedingsadapter weer aan en zet de computer aan.
4. Als het pictogram van de voedingsadapter nog steeds niet in het systeemvak van Windows wordt
weergegeven, moet u de netvoedingsadapter en uw computer laten repareren.
Problemen met de voeding
Druk deze instructies nu af en bewaar die afdrukken bij uw computer, zodat u ze in de toekomst kunt
raadplegen.
• Probleem: Mijn computer krijgt helemaal geen stroom.
Oplossing: Voer de volgende controles uit:
1. Controleer de aan/uit-knop. Als de computer aan staat en actief is, brandt er een lampje in de aan/uit-
knop.
2. Controleer alle voedingsaansluitingen. Verwijder alle stekkerdozen en piekspanningsbeveiligingen en
steek de stekker van de netvoedingsadapter rechtstreeks in het stopcontact.
3. Controleer de netvoedingsadapter. Controleer of het apparaat beschadigd is en of het netsnoer goed
is aangesloten op de adapter en op de computer.
4. Controleer of het stopcontact werkt door er een ander apparaat op aan te sluiten.
• Probleem: Mijn computer werkt niet op de batterij.
Oplossing: Voer de volgende controles uit:
1. Als de batterij leeg is, sluit u de netvoedingsadapter aan om te batterij weer op te laden.
2. Als de batterij is opgeladen maar de computer niet werkt, moet u de batterij en de computer laten
nakijken.
• Probleem: Het systeem reageert niet en ik kan de computer niet uitschakelen.
.
Hoofdstuk 8
Computerproblemen oplossen
91