8
Bakprogramma's
Met de toets Programmakeuze kiest u het
gewenste programma. Het overeenkomstige
programmanummer wordt getoond in de
display.
De baktijden zijn afhankelijk van de gekozen
programmacombinaties. Zie de tabel
„Programmaverloop" in hoofdstuk 15.
Bakprogramma 1: Normaal
Voor meergranenwitbrood dat voornamelijk uit
tarwe- of roggemeel bestaat. Het brood heeft
een compacte consistentie. De bruining van
het brood wordt ingesteld met de toets
Bruiningsgraad.
Bakprogramma 2: Luchtig
Voor licht brood van fijne bloem. Dit brood is
over het algemeen luchtig en heeft een
knapperige korst. Niet geschikt voor bakre-
cepten met boter, margarine of melk.
Bakprogramma 3: Volkoren
Voor brood van van steviger Meelsoorten, die
een langere kneed- en rijstijd behoeven (zoals
tarwevolkorenmeel, roggemeel). Het brood
wordt compacter en zwaarder.
Bakprogramma 4: Zoet
Voor brood met ingrediënten als vruchtensap-
pen, cocosvlokken, rozijnen, geconfijte vruch-
ten, chocolade of extra suiker. Door een lan-
gere rijstijd wordt het brood lichter en luchti-
ger.
Bakprogramma 5: Supersnel
Het bakproces vraagt maar ongeveer de helft
van de tijd. Voor dit programma zijn echter
slechts recepten geschikt waarin geen zware
ingrediënten of stevige meelsoorten worden
gebruikt.
Bedenk dat het brood met dit pro-
gramma minder luchtig en smakelijk kan
worden.
Bakprogramma 6: Deeg (kneden)
Voor het maken van gistdeeg voor
broodjes, pizza's of bolussen. Bij dit
programma vervalt het bakproces.
Programma 7: Pastadeeg
Voor het maken van pastadeeg.
Bij dit programma vervalt het bakproces.
Bakprogramma 8: Karnemelk
Voor brood dat wordt gemaakt met kar-
nemelk of yoghurt.
Programma 9: Marmelade
Voor het maken van marmelades.
Programma 10: Bakken
Voor het afbakken van brood dat niet of
niet helemaal doorgebakken is. Alle
kneed- of rustprocessen vervallen bij dit
programma. Het brood wordt gedurende
een uur na afloop van het bakproces
warm gehouden. Hierdoor wordt voorko-
men dat het brood te vochtig wordt.
Om deze functie te beëindigen, schakelt
u het apparaat uit of trekt u de stekker
uit het stopcontact.
Opmerking
U hebt de mogelijkheid om tegelijk
- twee verschillende soorten brood
met hetzelfde programma,
- twee broden van dezelfde soort, of
- slechts één brood te bakken (laat in
dit geval de tweede bakvorm zon-
der kneedhaken in het apparaat).
8
Bij de programma's 1, 3 en 4 klinkt na
afloop van het programma een signaal.
Voeg hierna direct ingrediënten als fruit
of noten toe.
De ingrediënten worden niet vermalen
door de kneedhaken.
Nadat de timer is ingesteld kunt u de
ingrediënten ook voor het begin van het
programma in de bakvorm doen. Fruit
en noten dienen in dat geval echter een
beetje te worden kleingesneden.
9
Timer instellen
De timer-functie stelt u in staat, brood te
bakken terwijl u met iets anders bezig
bent.
Met de pijltoetsen ▲ en ▼ stelt u de
gewenste eindtijd van het bakproces in.
Kies een programma. De display toont
de benodigde baktijd.
Met de pijltoets ▲ verschuift u het einde
van de baktijd in stappen van steeds 10
minuten naar een later tijdstip.
Houd de pijltoets ingedrukt om deze
handeling te bespoedigen. De display
laat het totaal van de baktijd en de ver-
schuiving zien.
Bij overschrijding van de gewenste tijd-
verschuiving kan de tijd met pijltoets ▼
worden gecorrigeerd. Leg de instelling
van de timer vast met de aan/uit-toets.
De dubbele punt inde display knippert
en de geprogrammeerde tijd begint te
lopen.
Na beëindiging van het bakproces klinkt
een signaal en staat de display op 0:00.
Voorbeeld:
Het is 9.30 uur en u wilt over 8 uur en
30 minuten, dus om 18.00 uur, vers
brood hebben. Kies het gewenste pro-
gramma en druk vervolgens zo vaak op
de timer-toets dat op de display 8:30 te
zien is; het duurt immers 8 uur en 30
minuten tot het brood klaar is.
Bij enkele programma's is de timer-func-
tie niet beschikbaar. (Zie opmerking
hoofdstuk 11)
Opmerking
Gebruik de timer-functie niet als u snel
bederfelijke ingrediënten als eieren,
melk, room of kaas verwerkt.
9