8 Bedienings- en weergavefuncties
8.2.5 Maximale voorverwarmingstijd instellen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«Systeem» ----] → «Max. voorverwarming»
– Met deze functie kunt u de verwarmingsfunctie voor de
CV-circuits al een instelbare periode voor het eerste tijd-
venster van de dag starten opdat de gewenste kamer-
temperatuur al bij het begin van het eerste tijdvenster
bereikt is.
De aanvang van de opwarming wordt afhankelijk van de
buitentemperatuur (BT) vastgelegd:
– AT ≤ –20 °C: ingestelde duur van de voorverwarmings-
tijd
AT ≥ +20 °C: geen voorverwarmingstijd
Tussen deze beide waarden vindt een lineaire berekening
van de duur voor de voorverwarmingstijd plaats.
8.2.6 Maximale vooruitschakeltijd instellen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«Systeem» ----] → «Max.voor afschakelen»
– Met deze functie kunt u een onnodige opwarming van
de CV-installatie onmiddellijk voor een vastgelegd verla-
gingstijdstip vermijden door een vooruitschakeltijd vast
te leggen.
De thermostaat berekent de werkelijke periode afhankelijk
van de buitentemperatuur, nadat u hier de door de gebrui-
ker gewenste maximale periode ingesteld hebt.
De periode van de vooruitschakeltijd wordt afhankelijk van
de buitentemperatuur (BT) vastgelegd:
BT≤ −20 °C: geen vooruitschakeling
AT ≥ +20 °C: ingestelde maximale vooruitschakeltijd
Tussen deze beide waarden vindt een lineaire berekening
van de periode voor de vooruitschakeltijd.
Aanwijzing
De berekening gebeurt voor de begonnen dag.
De vroegste starttijd is 0:00 uur. Bij een inge-
stelde vooruitschakeltijd van 120 minuten en
een tijdvenster van 0:00 tot 01:00 uur, start de
vooruitschakeltijd niet om 23:00 uur van de vo-
rige dag, maar pas om 0:00 uur.
8.2.7 Softwareversie aflezen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«Systeem» ----] → «Regelingen»
– Met deze functie kunt u de softwareversies van het
display en van de warmteopwekker aflezen.
18
8.3
Systeemconfiguratie warmteopwekker
8.3.1
Status van de warmteopwekker aflezen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«Warmteopwekker 1» ----] → «Status»
– Met deze functie kunt u de actuele status van de warm-
teopwekker (CV-ketel) aflezen: «Uit», «Verwarmen»,
«Warmwater» (warmwaterbereiding).
8.3.2 Waarde van de temperatuurvoeler VF1 afle-
zen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«Warmteopwekker 1» ----] → «VF1»
– Met deze functie kunt u de actuele waarde van de tem-
peratuurvoeler VF1 aflezen.
8.4
Systeemconfiguratie CV-circuit
8.4.1
Einde van het actuele tijdvenster aflezen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«CV 1» ----] → «Auto dag tot»
– Met de functie kunt u vaststellen of voor de modus «Au-
tostand» een ingesteld tijdvenster actief is en hoe lang
het tijdvenster nog duurt. De thermostaat moet zich
hiervoor in de modus «Autostand» bevinden. De weer-
gave gebeurt in uur:min.
8.4.2 Dagtemperatuur instellen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«CV 1» ----] → «Dagtemperatuur»
– Met deze functie kunt u de gewenste dagtemperatuur
van het CV-circuit instellen.
8.4.3 Nachttemperatuur instellen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«CV 1» ----] → «Nacht temperatuur»
– Met deze functie kunt u de gewenste nachttemperatuur
van het CV-circuit instellen.
De nachttemperatuur is de temperatuur waarop de verwar-
ming in tijden van geringe warmtebehoefte (bijv. 's nachts)
verlaagd moet worden.
8.4.4 Gewenste aanvoertemperatuur aflezen
«Menu» → «Installateurniveau» → «Systeem Configuratie»
[«CV 1» ----] → «Aanvoertemp. Gew.»
– Met deze functie kunt u de gewenste aanvoertempera-
tuur van het CV-circuit aflezen.
Installatiehandleiding calorMATIC 450 0020135481_00