VOORZORGMAATREGELEN
Werking
Indien de lucht in de ruimte zeer vochtig is, kan waterdruppels ontstaan bij de luchtuitlaat
als gevolg van condensatie tijdens de werking in koelen en drogen.
Automatisch regeling van de luchtsnelheid
Wanneer de luchtsnelheid in de stand "Auto" staat en de airconditioner staat in koelen zal
de luchtsnelheid afnemen naarmate de kamertemperatuur de ingestelde waarde bereikt.
NL
Wanneer de luchtsnelheid in de stand "Auto" staat en de airconditioner staat in verwarmen
zal de luchtsnelheid worden vermindert wanneer de compressor stopt.
De luchtsnelheid verandert automatisch indien drogen is geselecteerd.
Vermijden van tocht
Om emissie van koude lucht te vermijden zal tijdens het starten van verwarmen
de ventilator alleen gaan draaien indien de warmtewisselaar voldoende warm
is geworden, dit draagt bij aan de comfort.
Uitblaaspatroon
De uitblaaspatroon kan aangepast worden met de selectie schakelaar op de unit.
Ontdooien
Tijdens verwarmen, kan de airconditioner automatisch het ijs op de buitenunit warmte-
wisselaar laten ontdooien. Dit neemt enkele minuten in beslag, waarbij het verwarmen
tijdelijk wordt onderbroken. Wanneer het ontdooien voltooit is zal de airconditioner
het verwarmen herstarten.
- 5 -