Het wasprogramma verloopt normaal hoewel er een storing
wordt gemeld.
Storing
Het controlelampje
Afvoer knippert.
Het controlelampje Toe-
voer knippert.
Het controlelampje Do-
sering brandt.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle-
lampje Wassen.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle-
lampje Centrifugeren.
In het display van het
programmaverloop
knippert het controle-
lampje Kreukbeveili-
ging/Einde.
A Om de foutmelding uit te schakelen: zet de wasautomaat uit met de toets jk
en draai de programmakiezer in de stand Einde .
Mogelijke oorzaak
De waterafvoer is ge-
stremd.
De waterafvoer is ge-
stremd.
Het zeefje in de toe-
voerslang is vuil.
Er werd tijdens het was-
sen te veel schuim ge-
vormd.
Het gaat om een de-
fect.
Op het einde van het programma werd er niet ge-
centrifugeerd. De wasautomaat heeft een te grote
onbalans opgespoord.
Na de programmastart
heeft iemand de pro-
grammakiezer in een
andere stand gedraaid.
Wat gedaan als . . . ?
Oplossing
Maak filter en afvoerpomp
schoon.
Kijk na of
– de waterkraan ver ge-
noeg openstaat.
– de toevoerslang geen
knik vertoont.
Maak het zeefje schoon.
Doseer bij de volgende
was minder wasmiddel. Let
op de doseertips op de
wasmiddelverpakking.
Start het programma nog
eens. Zo de foutmelding
weer opduikt, doe dan een
beroep op de Technische
Dienst.
Draai de knop weer in zijn
oorspronkelijke stand.
39